Studie – Gouden draad: 1. Gods plan m.b.t. de geschiedenis

1. Gods plan m.b.t. de geschiedenis

Inhoudsopgave: Studie menu hier  
Gouden draad in de Bijbel

1. Gods plan met betrekking tot de geschiedenis

  1. InleidingInleiding

    1. 1Vanaf deze studie komen we aan bij ons eigenlijke onderwerp: zoektocht naar de gouden draad in de Bijbel.

    2. 2Deze keer komt aan de orde: Gods plan met betrekking tot de geschiedenis.

  2. IVerbindende Auteur

    1. 1De gebeurtenissen in de Bijbel spelen zich af in een tijdsperiode die duizenden jaren omspant in verschillende culturele settingen – hoe zit het met de verbindende draad?

    2. 2De verbindende draad in de Bijbel heeft met name te maken met zijn Goddelijk auteurschap. De Bijbel, in zijn Bijbelboeken-afzonderlijk en in zijn Bijbel-als-geheel, is het ene Woord van de ene levende God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Dus de Bijbel is een eenheid en de zaken (‘zaken’ klinkt wat zakelijk, het geheel en de delen zijn echter doorgloeid van Goddelijk leven) en gebeurtenissen die zijn opgetekend, zijn daar omdat God dat wilde. Hij had en heeft daarmee ons en onze heils-instructie op het oog.

    3. 3Immers in 2Tim. 3 zagen we in de Inleidende studie al: 2Tim. 3:15-17.

      Zie daarom ook 2Tim. 4:2 (en lees de Kanttekeningen bij de Statenbijbel erbij, als je die hebt).

      En Rom. 15:4 zegt: ‘Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden.’

  3. IIVerbindend plan

    1. 1Oké. We gaan een stap verder. De Bijbel maakt namelijk ook duidelijk dat God een verbindend plan met alles heeft.

      Wat Gods uiteindelijk doel is, lezen we in Efeze 1:
      Ef. 1:(9),10,(11),12: (Zijn wil [plan]) om in de bedeling (oikonomia: regeling) van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is. (…) tot lof van Zijn heerlijkheid.
      Op opruiing van de duivel is alles ‘door elkaar gegooid’ (duivel: diabolos), maar dat is dus niet het einde van het verhaal (vergelijk Rom. 8:18-25). God is in control!

    2. 2God had Zijn plan al vanaf het begin: Jes. 46:9-10.

    3. 3Als dan, zoals de Bijbel het noemt, ‘de volheid van de tijden’ gekomen is, dit is de geschikte tijd in Gods plan, lezen we: Gal. 4:4,5.

      Het werk van de Heere Christus op aarde, in het bijzonder Zijn verlossingswerk op Golgotha (vergelijk 1Kor. 2:2), is de kern van Gods plan en van de geschiedenis. Het is het grote kantel-punt (turning point) waarop God de eigenlijke redding realiseert, waar de geschiedenis heel het OT door naar toe beweegt. Het huidige tijdsperk kijkt op zijn beurt terug op Jezus’ volbrachte werk, maar kijkt ook naar voren, namelijk naar de afronding of voleinding van Zijn werk bij Jezus’ terugkomst en er ‘nieuwe hemelen en een nieuwe aarde’ zullen verschijnen ‘waarop gerechtigheid zal zijn’ (2Ptr. 3:13; vergelijk Openbaring  21:1 – 22:5).

    4. 4De eenheid van Gods plan maakt het mogelijk voor God om beloften en voorzeggingen op eerdere tijdstippen in te voegen/op te nemen, om dan voor de vervulling daarvan te komen op latere tijdstippen.

      Gods beloften komen tot ons:

      1. soms in expliciete vorm, zoals toen God de komst van de Messias (de Christus), de grote Redder Die Israël verwachtte (Jes. 9:5-6), belooft;
      2. soms in symbolische vorm, zoals toen God de opdracht gaf dierlijke offers te brengen als een symbool voor de vergeving van zonden (Leviticus 4). In zichzelf waren de dierenoffers niet in staat permanent zonden te verzoenen (Hbr. 10:1-18); Ze wijzen naar voren naar Christus Die het definitieve en complete (volmaakte) offer voor de zonden is.

  4. IIIChristus in het Oude Testament

    1. 1Omdat Gods plan op Christus en Zijn heerlijkheid focust (Ef. 1:10), is het vanzelfsprekend dat de beloften van God en de symbolen in het OT vooruit wijzen naar Hem toe: 2Kor. 1:20 (Hem: Christus).

    2. 2Na Jezus’ opstanding vindt Hij het nodig hen vooral te wijzen op: Lk. 24:25-27 en Lk. 24:44-48.

      N.B. Er staat dat Jezus hun verstand opent, zodat ze de Schriften verstaan, vers 45, in verband met wat erover Hem en Zijn heilswerk in is geschreven. Dat wil zeggen: niet slechts enkele teksten in enkele boeken met voorzeggingen over Hem, maar ‘de Schriften’ (Gr.: tas grafas). Met andere woorden het hele OT door is Gods reddingsplan waarin Zijn Messias-zoon centraal staat te vinden, het OT omvattende al de drie hoofdafdelingen, vers 44:

      1. De historische boeken (Genesis – Esther, 17 boeken)

      2. De dichterlijke boeken (Job – Hooglied en Klaagliederen, 6 boeken)

      3. 3De profetische boeken, 4 ‘grote’ en 12 ‘kleine’ profeten – ‘grote’ en ‘kleine’ naar de omvang van de boeken – (Jesaja – Maleachi, 16 boeken).
        Vergelijk Joh. 5:39.

    3. 3Dus het OT van a tot z wijst vooruit naar Jezus Christus en Zijn daadwerkelijk volbrachte redding die ‘eens (en) voor altijd’ (Rom. 6:10;    Hbr. 7:27;    9:12;    10:10)   plaats vond in Zijn leven, dood, opstanding en hemelvaart. Je kunt het ook zó zeggen: het OT is de voorbereidende (anticiperende) weg tot Christus’ daadwerkelijke verlossingswerk.