
3. Hoe het Oude Testament naar Christus wijst – B
- 
Inleiding- 
Vorige keer zeiden we dat in het OT op diverse manieren naar de Heere Jezus Christus vooruit gekeken wordt. De revue passeerde: Gods beloften, Zijn waarschuwingen en vloeken en de door Hem gegeven verbondstructuur. 
- 
Nu het vervolg. 
 
- 
- 
Nageslacht- 
Nog een specifiek element in de OT-verbondstructuur is de belofte met betrekking tot nageslacht of nakomelingschap. Als God met Abra(ha)m een verbond sluit, wordt hij opgeroepen: . 
 We zien hier de zijde van de mens van het verbond.
- 
Let dan op wat God van Zijn zijde daarbij belooft in . God verandert daarbij zijn naam: . 
- 
Het verbond met Abraham reikt verder dan Abraham zelf: . 
 Er staat het woord ‘nageslacht’, offspring (St.V.: zaad; KJV: seed). NKJV vertaalt fout: descendants. Er staat een woord dat een enkelvoud en/of een meervoud in zich kan bergen. Zie hieronder de Kanttekeningen bij de St.V. bij .
- 
Als direct/eerste resultaat van Gods belofte van nageslacht, wordt Izak geboren die het land zal beërven, dan Jakob (of Israël), en daarna Jakobs twaalf zonen. 
- 
Als volgende stadium, als de twaalf zonen van Jakob uitgroeien tot twaalf stammen, ontstaat het volk Israël als nageslacht dat God had beloofd. 
- 
Maar nu: hoe verbinden we dit met Christus? Zie . 
 Wat we zien is dat in feite Christus het Nageslacht van Abraham bij uitstek is. In Galaten 3 lezen we: .
 Zie. .De Kanttekeningen noteren bij Gal.3:16: Zie . Het woord zaad (PMM: nageslacht) wordt somtijds genomen voor al de nakomelingen, gelijk en , somtijds voor iemand in het bijzonder uit dezelve, gelijk en . Dat het in deze tweede betekenis hier moet genomen worden, bewijst hier de apostel, en leert dat dit Zaad Christus is. Zie ook en . 
- 
Terug naar Genesis 17. God roept Abraham op: . 
 Oké, we kunnen zeggen dat Abraham een man van geloof was, die op God vertrouwde
 (;
 ,
 ).Maar toch niet dat hij geheel oprecht was, zonder enig moreel gebrek (zie bijvoorbeeld .). Hetzelfde geldt voor ieder mens op aarde: niemand is volkomen smetteloos ( en ). Niemand, behalve Christus Zelf: . 
- 
Alle andere nakomelingen van Abraham, ook koning David, schieten eveneens te kort in onberispelijkheid. Conclusie: het verbond met Abraham heeft een onverbrekelijke band met Christus waar het andere nageslacht (Mt.1:1-16 – noemen we wel de heilige linie) naar toe wijst. 
- 
Christus is niet alleen gewoon de Nakomeling van hen allen, Hij is hun ook superieur als het unieke, dit is enige, onberispelijk Nakomelingschap. En door Christus nu worden gelovigen met Hem verbonden en worden daarmee zelf ’Abrahams nakomelingschap’: . 
 Vergelijk .Gelovigen, Jood en heiden (niet-jood) beiden, worden met Christus verbonden, nageslacht van Abraham en erfgenamen van de beloften van God aan Abraham en zijn nageslacht. 
- 
We gaan nog een stukje dieper: Christus is immers niet alleen Nageslacht van Abraham, we gaan terug tot het begin tot het eerste mensenpaar en lezen: *): 
 Vergelijk dat Jezus’ genealogie traceert tot Adam.
- 
Dus Christus is niet alleen Nageslacht van Abraham, eveneens het beloofde Nageslacht (Zaad, St.V.) van de vrouw, oftewel de tweede en laatste Adam. We lezen: 
 , .
- 
Zoals Adam vertegenwoordigt Hij allen die bij Hem horen. En Hij keert de gevolgen van Adams val om! 
 
- 
- 
Schaduwen(literatuur: Christelijke Encyclopedie 1e en 2e druk ) - 
Ondertussen wordt het ons steeds duidelijker, dat niet alleen het NT maar ook het OT telkens over Christus en Zijn heil, Zijn redding spreekt, zij het dat het OT het doet als voorbereiding. Soms direct, maar veel vaker indirect. Indirect vooral ook door wat genoemd wordt schaduwen van de dingen die zouden komen. 
- 
De benaming ‘schaduw’ is ontleend aan o.a. Kol.2: . 
 Het gaat hier over allerlei OT-ische, ceremoniële handelingen, wassingen, reinigingen. Ze reinigden of heiligden niet werkelijk, maar beeldden het af. Ze schaduwen af of symboliseren de werkelijkheid die in Christus komen zou. Je zou het bijna steigerwerk kunnen noemen. Als de zaak (het lichaam, de werkelijkheid) waar het om draait verschijnt, wordt het steigerwerk weggehaald (zie en ).Dus OT-ische symbolische handelingen hebben een tijdelijke funktie en zelfs het onderscheid tussen reine en onreine dingen was slechts een schaduw die oplost in de werkelijkheid. Vergelijk . Ten aanzien van de ‘sabbatten’ uit : zie de Kanttekeningen bij de St.V. 
- 
Zo is de hele OT-ische eredienst schaduw – we lezen erover in Hbr. 8:1 t/m 10:18. De schaduwdienst wijst naar de werkelijkheid, namelijk Christus. 
 In Hebreeën 9 en 10 lezen we: en 10:1-18.
- 
Het gaat om Christus en Zijn verzoenend werk – ten diepste volbracht op Golgotha, doorgaand in de hemel in Zijn voorbede. Het is het fundament waar wij uit mogen leven. 
- 
Omdat de gelovigen (de NT-gelovigen en met terugwerkende kracht de OT-gelovigen) mensen zijn die ‘in Christus’ zijn en profiteren van Zijn werk, is het niet vreemd dat er in het OT ook schaduwen zijn die naar de NT-kerk wijzen. De OT-tempel als bijzondere woonplaats van God, voorafschaduwt Christus, Die de uiteindelijke woonplaats van God is en door Wie God komt om bij Zijn volk te zijn ( en ). Maar de OT-tempel is ook een voorafschaduwing van de kerk die tempel genoemd wordt (), omdat die door de Heilige Geest wordt bewoond. 
 Op dezelfde manier is ook de uitleiding uit het slavenhuis Egypte, de woestijntocht en de komst in Kanaän schaduw van de werkelijkheid van Gods NT-gemeente. En het OT-Jeruzalem voorafschaduwt het nieuwe Jeruzalem (). Alles is echter verbonden met Christus.
 
- 
Types/-n
- 
- 
Een type zou je in zekere zin familie van een OT-schaduw kunnen noemen. Namelijk, een type is een OT-ische persoon die in zijn persoon of werk een afbeelding (schaduwbeeld, afspiegeling) is van Christus’ Persoon of werk. Bij een type is dus sprake van een persoon, heenwijzend naar Christus **). 
- 
Zo zijn vooral profeten, priesters en koningen van Israël naar hun bijzondere bediening te beschouwen als type van de komende Christus: de Profeet, Priester en Koning van Gods volk bij uitstek. 
- 
Daarnaast echter kan iemand met betrekking tot een bepaald voorval in zijn leven, type van Christus zijn. Bijvoorbeeld Jona in verband met zijn verblijf van drie dagen in de vis. Zie . 
- 
Nu een heel ander voorbeeld van een type van Christus: Juda, ja, één van de zonen van Jakob – om eerst even zelf (of in de groep) over na te denken en daarna in de erbij behorende noot te kijken: 
 Oké, dat Jozef type van Jezus is zullen we spoedig aannemen – Genesis 37 e.v. Zie met name
 ;
 ;
 ;
 (). Zie de toelichtende noot ***).Maar Juda, die met zijn broers ‘kwaad tegen Jozef gedacht heeft ()’, hoe is zelfs (de na verloop van jaren veranderde) Juda type van Christus? Genesis 44:18-34. Zie de toelichtende noot ****) 
- 
Waar we wel voor moeten oppassen is dat het duiden van typen geen willekeurig en eigendunkelijk allegoriseren wordt (zie Christelijke Encyclopedie: allegoriseren) 
 
- 
- 
- 
Op een andersoortige manier is er sprake van ‘type’, namelijk in de zin van voorbeeld, ik bedoel: voorbeeld voor ons. We lezen in 1Korinthe 10: . 
 Het Griekse woord voor ‘voorbeeld’ is typos, waar ons woord type van afkomstig is (vergelijk ).
 
- 

*) De Kanttekenaars bij de St.V. noteren bij ‘haar Nageslacht’ (HSV), ‘haar Zaad’ (St.V.): Dit zaad is eigenlijk alleen de Heere Christus, de eniggeboren Zone Gods, Die uit de vrouw, een maagd zijnde, door de werking van Gods Geest in de volheid des tijds moest geboren worden, om door de verdienste Zijns doods en de kracht Zijns Geestes, den duivel al zijn geweld te benemen, en hem onder Zijn en Zijner gemeente voeten te vertreden. Zie . .
.
.
.
Dit is de eerste evangelische belofte des levens, gesteld tegen de eerste, voorgaande aanzegging des doods.
**) Dr. W.H. Velema laat in zijn boek Verwachtend uitzien, 24vv, verschillende typen van Christus de revue passeren. Velema geeft aan dat er tegenwoordig liever gesproken wordt van heenwijzing of van voorafschaduwing. Nou over de ‘goede’ term zullen we ons maar niet te druk maken, wat Velema trouwens ook niet doet, maar hij legt mooi uit: ‘Daarmee zeggen we: Christus werpt Zijn schaduwen vooruit. Of vanuit het midden van de geschiedenis werpt Hij Zijn schaduwen terug naar het begin. Daar is al iets van Hem te vinden. inderdaad iets, nog niet alles, nog niet de Persoon in volle glorie en omvang.’
***) Jozefs levensgeschiedenis wijst heen naar die van de Heere Jezus, Die door Zijn ultieme vernedering tot de grootste verhoging komt; heeft alles met Jezus’ redding ( – Jozef als type van Jezus in Zijn redding) en verzorging ( – Jozef als type van Jezus als Heer(e) in Zijn zorg en leiding) ten aanzien van ons te maken.
****) Juda stelt zich borg voor Benjamin, namelijk in zijn pleiten voor Benjamin en zijn voorgestelde plaatsvervanging van hemzelf voor hem. De Borg bij uitstek is de grote Zoon van Juda: Jezus.























 
 Download hele studie Gouden draad
 Download hele studie Gouden draad
