Fundamentenstudie: Toelichtende notities

Toelichtende notities

Inhoudsopgave: Studie klik hier  
Fundamenten van het Christelijk geloof

Toelichtende notities

bij ‘Fundamenten van het Christelijk geloof’

Woord vooraf

Deze Toelichtende notities bij Fundamenten van het Christelijk geloof, zijn een appendix bij de studie die in de titel genoemd wordt over de basis-zaken van het christelijk geloof.
De Notities zijn in het bijzonder voor Bijbelstudie- of kringleiders. Verder kan natuurlijk iedereen die de studies doet er gebruik van maken.

N.B.: Niet ieder hoofdstuk uit Fundamenten van het Christelijk geloof bevat bij elk onderverdeeld punt notities. Alleen de punten waar dat wel het geval is zijn hieronder aangegeven:
bijv. onder ‘Notities bij hoofdstuk 1 De Bijbel’ zijn de punten 1 en 2 niet genoemd, omdat daar geen aantekeningen bijgevoegd zijn; punt 3 wel, omdat het daar wel het geval is. En zo voort.

Kringleiders, de Heere zegene u/jullie bij de voorbereiding van de betreffende kring-avond!

Pier M. Meindertsma

NOVI SAD, najaar 2024
(HEERENVEEN, voorjaar 2007 / HARLINGEN, voorjaar 2017)

c Alles uitvouwen C Alles invouwen

Toelichtende notities bij de Fundamentenstudie

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 1 (opent in nieuw tabblad).

3 Heilig: afgezonderd van gewone geschriften; het gaat om Goddelijke geschriften. Het meervoud geeft aan dat het ene Boek uit meerdere Boeken bestaat. Alle van God afkomstig dus; zie ook 2Tim. 3:16a2Timotheüs 3:16-1716 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.: Heel de Schrift is door God ingegeven.

4Het woord Bijbel komt van biblia: boeken. In de Fenicische stad Byblos werden veel boeken, beter: boekrollen, geproduceerd (van papyrus).

Kaart met Byblos

Byblos,
vergroot

Zo’n boekrol werd naar deze stad vernoemd: een ‘byblos’; meervoud: biblia. Testament (diathèkè) kan ook worden weergegeven met: verbond, omdat de Bijbel het boek is van Gods genadeverbond. Het Oude Testament gaat over de te komen, het Nieuwe over de gekomen Messias: Jezus Christus.

Het Nieuwe Testament niet boven het Oude plaatsen. Beide is het Gods Woord. Het ene is niet zonder het andere te begrijpen. Wel is het zo dat het Nieuwe Testament het plan van God voor onze verlossing helderder weergeeft. Hier komt de volheid van de genade van God meer naar voren, tot Zijn eigen eer.

roos

OT ==> NT

Je zou de openbaring van het Oude Testament kunnen vergelijken met een roos in de knop die bezig is uit te botten (je ziet de contouren wel, maar de schittering van de bloem nog niet) en het Nieuwe Testament de roos die in volle bloei komt.

De schaduw-inzettingen van het Oude Verbond zijn met de komst van Christus afgedaan en gestopt (Matth. [Mt.] 27:51Mattheüs 27:51En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden;; Hebr.[Hbr.]9). De inhoud, Jezus Christus, waar ze heen wijzen, blijft.

Het Oude Testament is dus voor ons nog steeds van kracht. Het Evangelie wordt ons erin bevestigd en ook leren we erin ons leven in te richten naar Gods wil tot Zijn eer

(Rom. 13:8-10Romeinen 13:8-108 Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. 9 Want dit: U zult geen overspel plegen, u zult niet doden, u zult niet stelen, u zult geen vals getuigenis geven, u zult niet begeren, en welk ander gebod er ook is, wordt in dit woord samengevat, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 10 De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet. en 15:4Romeinen 15:4Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden.;
2Petr. 1:192Petrus 1:19En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. en 3:22Petrus 3:1-21 Deze tweede brief, geliefden, schrijf ik u nu. In beide wek ik door herinnering uw zuivere gezindheid op, 2 opdat u zich de woorden herinnert die door de heilige profeten voorheen gesproken zijn, en het gebod van de Heere en Zaligmaker, dat door middel van ons, apostelen, verkondigd is.).

Canon betekent: richtsnoer, regel, norm; canonieke boeken zijn boeken die Goddelijk gezag hebben.

De oorspronkelijke handschriften hebben we niet meer, en dat is misschien maar goed ook, anders zouden wij er maar afgoderij of beeldendienst mee bedrijven (vergelijk de geschiedenis van de koperen slang in de Bijbel).

Apocriefe boeken zijn boeken zonder Goddelijk gezag. Apocrief komt van het Griekse woord dat betekent: verborgen. Waarom men genoemde geschriften deze naam gaf is voor mij ook ‘verborgen’, omdat de benaming toch wat verwarrend is. De apocriefe boeken hebben een historische waarde; we kunnen eruit leren, maar moeten het gelezene wel toetsen aan de canonieke boeken.

5 Het tweede doel niet zonder het eerste te bereiken; het tweede doel is nl. voor de ‘mens Gods’, voor de gelovige dus.

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 2 (opent in nieuw tabblad).

1 In beide, ‘Jahwe’ en ‘Jezus’, zit het reddende/heilzame karakter dat een relatie (band) met ons zoekt (God-met-ons).

3 T.a.v. Gen. 1:26vGenesis 1:26En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! blijkt: er is meer dan één persoon in de Godheid: ‘Laten wij (…) maken’, ‘naar Ons beeld’ (meervoud); en we zien de eenheid: ‘God schiep’ (enkelvoud).

T.a.v. Matth. 28:19Mattheüs 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.: ‘De Naam’ (enkelvoud); en ‘(…) de Vader, (…) de Zoon en (…) de Heilige Geest’ (drie Personen).

4 De vergelijking gaat mank. God is niet Iemand Die Zich op drie verschillende manieren openbaart, nl. als respectievelijk Vader, Zoon en Heilige Geest, (of als Vader, Zoon en Heilige Geest tegelijk of iets dergelijks); maar een Wezen waarin drie onderscheiden Personen zijn, Die (ook) niet van de één op de ander (kunnen) overgaan.

9 God als je Herder of Vader: zorg en goede leiding.

11 Niet afstandelijk, God is alomtegenwoordig, al troont Hij op een bijzondere manier in de hemel. Maar met ‘Die in de hemelen zijt’ is ook bedoeld: God stijgt als hemelse Vader uit boven de aardse onmogelijkheden waar wij tegen aan lopen.

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 3 (opent in nieuw tabblad).

1 In onze tijd: De één noemt Hem God. De ander het eerste schepsel dat God geschapen heeft, zeg maar: de hoogste engel. Een derde noemt Hem een godsdienstige leider, of: een groot goeroe, godsdienstleraar. Een vierde een bijzonder voorbeeldig mens, navolgenswaardig.

De Joden, d.i. de Joden in het algemeen, uitzonderingen daargelaten, kunnen Jezus toch slechts zien als één van de vóórlopers van de Messias, niet als de grote Messias Zélf, niet als Degene Die zalige rust bewerkt en geeft aan ieder belaste boetvaardige zondaar die tot Hem de heils-toevlucht neemt (vgl. 11:28Mattheüs 11:28Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.).

2 Vs 20Mattheüs 16:20Toen verbood Hij Zijn discipelen dat zij tegen iemand zouden zeggen dat Hij, Jezus, de Christus, was. sluit aan bij vs 13-16Mattheüs 16:13-1613 Toen Jezus gekomen was in het gebied van Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn discipelen: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? 14 Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten. 15 Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? 16 Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God., nl. dat de meeste mensen Jezus niet als Christus (Messias) willen erkennen. Dat hoort bij het lijden van Jezus. Jezus afgewezen. Een afwijzen dat zal leiden tot Jezus’ dood (vs 21Mattheüs 16:21Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.). Het gebod van vs 20 (betrekking hebbend op de tijd tot aan Jezus’ dood voor de zonden en de ermee verbonden opstanding, vgl. Matth. 28:19Mattheüs 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.; Hand. 2:14vvHandelingen 2:14-2414 Maar Petrus, die daar met de elf andere apostelen stond, verhief zijn stem en sprak tot hen: Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont, dit moet u bekend zijn en laat mijn woorden tot uw oren doordringen:15 deze mensen zijn namelijk niet dronken, zoals u vermoedt, want het is pas het derde uur van de dag. 16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: 17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. 18 En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. 19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm. 20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt. 21 En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. 22 Israëlitische mannen, luister naar deze woorden: Jezus de Nazarener, een Man Die u van Godswege aangewezen is door krachten, wonderen en tekenen, die God in uw midden door Hem gedaan heeft, zoals u ook zelf weet, 23 deze Jezus, Die overeenkomstig het vastgestelde raadsbesluit en de voorkennis van God overgegeven is, hebt u gevangengenomen en door de handen van onrechtvaardigen aan het kruis gespijkerd en gedood. 24 God heeft Hem echter doen opstaan door de weeën van de dood te ontbinden, omdat het niet mogelijk was dat Hij daardoor vastgehouden zou worden..) zal (dus) waarschijnlijk te maken hebben met dat de mensen een totaal verkeerd beeld van Jezus Messias (willen) vormen (vgl. 8:4Mattheüs 8:4Jezus zei tegen hem: Denk erom dat u dit tegen niemand zegt; maar ga heen, laat uzelf aan de priester zien, en offer de gave die Mozes voorgeschreven heeft, tot een getuigenis voor hen.; 12:16Mattheüs 12:16En Hij gebood hun streng dat zij niet bekend zouden maken Wie Hij was,); hebben de discipelen zelf ook ‘last van’ (vs 22vMattheüs 16:22-2422 En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23 Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. 24 Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.).

4 De Vader gaat voorop, heeft de leiding. De Zoon wordt gestuurd. De Zoon heeft net als de Vader leven in Zichzelf, maar het is Hem van de Vader gegeven.

5 Hebr. 1:3Hebreeën 1:3Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen.: Jezus Christus is één in wezen met de Vader, mede eeuwig, Hem in alles gelijk.
Matth. 12:6Mattheüs 12:6Ik zeg u echter dat hier Iemand is Die meer is dan de tempel.: de tempel: heilig, de woonplaats van God; De Heere Jezus is meer.

7 Hebr. 4:15Hebreeën 4:14,1514Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. 15 Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. zegt dat ‘wij geen Hogepriester hebben Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde’.

8 Geen inruiling van naturen, Hij is en blijft God, zie voorgaande in dit hoofdstuk. Hij wordt er mens bij: eerst vernederd, daarna verheerlijkt.

Rom. 8:3Romeinen 8:3Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God ngedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees,;
Fil. 2:6-11Filippenzen 2:5-115 Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, 6 Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.8 in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader..

10 Opstanding: teken of bekroning van Jezus volbrachte werk; nu kunnen wij delen in de gerechtigheid die Hij door Zijn dood voor ons heeft verworven.

11 NB: het gaat in Rom. 6:3Romeinen 6:3Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? om de geestelijke doop in Christus, waar we door het geloof deel aan hebben (door het geloof zijn we i.p.v. buiten Christus te zijn, in Christus gekomen), waarvan de doop teken en zegel is.

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 4 (opent in nieuw tabblad).

Bij dit hoofdstuk geen notities.

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 5 (opent in nieuw tabblad).

1 In Leviticus 16Leviticus 16:15Daarna moet hij de bok slachten die als zondoffer voor het volk bestemd is, en zijn bloed binnen het voorhangsel brengen. Hij moet met zijn bloed doen zoals hij met het bloed van de jonge stier gedaan heeft, en dat op het verzoendeksel en vóór het verzoendeksel sprenkelen. wordt Jezus’ hemelvaart voorafschaduwd door het binnengaan van de Hogepriester in het Heilige der heiligen (het heiligdom) met bloed van een bokje.

2 Christus’ hemelvaart is een triomftocht, Christus als Overwinnaar naar de hemel, de bijzondere woonplaats van God; Het was Christus’ kroningsdag.
De hemelvaart is tot Jezus’ verheerlijking. Het is als het ware met de opstanding de afronding van Jezus’ verlossingswerk op aarde.

3
a. Christus bereidt plaats.
b. Christus is onze Voorspraak/Voorbidder bij God.
c. De Heilige Geest komt tot ons.

Efeze 2:6Efeze 2:4-74 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, 5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – 6 en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, 7 opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. In de hemelvaart van Christus zijn alle gelovigen medegezet in de hemel. Wij weliswaar nog niet letterlijk, maar we worden er door de Heere Jezus vertegenwoordigd. En zo zeker als Hij er al is, zo zeker is het dat wij er ook zullen komen.

4 Denken (verzuchten): was Jezus nog maar hier – is dus gezien voorgaande niet terecht. Al is het voor te stellen; we hebben reden om blij te zijn.

  • voor Jezus Zelf dus (zie punt 2 hierboven);
  • voor ons (zie de drie punten bij punt 3).

5 We worden aangespoord bezig te zijn met wat Gods koninkrijk bevordert (wij zijn vaak vooral druk met onze eigen koninkrijkjes…) en Gods ge-recht-igheid (het leven naar Gods wil: bijvoorbeeld Kolosse 3:5Kolosse 3:5Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. en 12-14Kol. 3:12-1412 Kleedt u zich dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. 13 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. 14 En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is.).

7 In 1Thess. 4:15-171Thess. 4:15-1715 Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 17 Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. kunnen we de volgende facetten zien ten aanzien van de wederkomst van de Heere:

(vgl. Mt. 24:31Mattheüs 24:31En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. en 25:31Mattheüs 25:31Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid.; Joh. 5:28Joh. 5:28Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en Joh. 14:3Johannes 14:3En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.;
Hnd. 1:11Handelingen 1:10-1110 En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, 11 die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.; Rom. 8:17vv.Rom. 8:17-1817 En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. 18 Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.; 1Korinthe 15:521Korinthe 15:51-5251 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.; 2Thess. 1:7v.2Thess. 1:6-86 Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, 7 en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, 8 wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.;
Jud. vs 14Judas 1:14-1514 Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, 15 om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben.; 1Joh. 3:21Joh. 3:2Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.; Op. 11:15Openbaring 11:15En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.)
  1. Impliciet is het duidelijk dat het God de Vader’s tijd (Mk. 13:32Markus 13:31-3231 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. 32 Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader.) is en dus komt Zijn Zoon Jezus Christus in actie.
  2. Als verheerlijkte Koning daalt Hij neer uit de hemel en geeft Zijn bevelen aan Zijn ondercommandant (‘aartsengel’, lett.: archangel, St.V.: begin-engel, loopt voorop, opperengel Michael waarschijnlijk, vgl. Jud. vs 9Judas 1:9Michaël, de aartsengel, echter durfde, toen hij met de duivel redetwistte en een woordenwisseling had over het lichaam van Mozes, geen lasterlijk oordeel tegen hem uit te brengen, maar zei: Moge de Heere u bestraffen!).
  3. Deze hemelse generaal geeft het bevel verder en zet een engelenleger in beweging, gepaard met bazuin-/trompet-geschal.
  4. Eerst vindt dan de opstanding van de gestorven gelovigen plaats (op de stem van de Heere Jezus).
  5. Vervolgens de vereniging met de nog levende gelovigen.
  6. Samen weggevoerd de Heere tegemoet.
  7. Met er aangekoppeld een voortdurend samenzijn met de Heere.

Sommige mensen denken aan een plotselinge opname richting hemel. Het is echter de vraag of het hier gaat om een apart gebeuren dat aan de uiteindelijke wederkomst voorafgaat.

De verenigde gelovigen worden weliswaar door Goddelijk ingrijpen weggevoerd (‘harpazein’: roven; wegvoeren) op de wolken. Ze worden door de wolken opgetild en weggedragen om hun Heere (Heer) en Heiland te ontmoeten. Maar deze buitengewone ontmoeting wordt getypeerd met een term (‘apantesis’) uit de hellenistische wereld die gebruikt werd voor het onthaal van een belangrijk persoon (vorst, veldheer). Bij officieel bezoek van deze persoon aan een stad, kwam een delegatie deze persoon tegemoet om hem in te halen.

Zie de intocht in Jeruzalem door de Heere Jezus (Joh. 12:13,18Joh. 12:13,1813 namen zij de takken van palmbomen en gingen de stad uit Hem tegemoet en riepen: Hosanna! Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël!
[..]
18 Daarom ging de menigte Hem ook tegemoet, omdat zij gehoord had dat Hij dat teken gedaan had.
; vgl. Matth. 8:28Matth. 8:28En toen Hij aan de overkant was gekomen, in het land van de Gergesenen, kwamen twee mensen die door demonen bezeten waren, Hem tegemoet; zij kwamen uit de grafspelonken en waren zeer gevaarlijk, zodat niemand langs die weg voorbij kon gaan. en 25:1,6Matth. 25:1,61 Dan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien meisjes, die hun lampen namen en op weg gingen, de bruidegom tegemoet.
[..]
6 En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet!
).

Zo werd ook koning David ingehaald (1Sam. 18:6,71Samuel 18:6,76 Toen David en zijn mannen terugkwamen na het verslaan van de Filistijnen, gebeurde het dat de vrouwen uit al de steden van Israël met gezang en reidans koning Saul tegemoet trokken; met tamboerijnen, met blijdschap en met muziekinstrumenten. 7 Terwijl de vrouwen huppelden, zongen zij in beurtzang: Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden! en 2Sam. 19:162Samuel 19:16-1716 En Simeï, de zoon van Gera, een Benjaminiet die uit Bahurim kwam, kwam haastig met de mannen van Juda mee, koning David tegemoet, 17 en duizend man uit Benjamin met hem, en ook Ziba, de knecht van het huis van Saul, met zijn vijftien zonen en zijn twintig dienaren met hem. Zij slaagden erin de Jordaan over te steken vóór de koning er was.) en de apostel Paulus (Hand. 28:15Handelingen 28:15En daarvandaan kwamen de broeders, die van onze zaken gehoord hadden, ons tegemoet, tot Appiusmarkt en de Drie Tabernen. Toen Paulus hen zag, dankte hij God en vatte hij moed.).
In Ex. 19:10-20Ex. 19:10-2010 de HEERE zei tegen Mozes: Ga naar het volk toe, en heilig hen vandaag en morgen, en laten zij hun kleren wassen 11 en over drie dagen gereed zijn. Op de derde dag zal de HEERE namelijk voor de ogen van heel het volk neerdalen op de berg Sinaï. 12 moet voor het volk een grens stellen rondom de berg door te zeggen: Wees op uw hoede dat u de berg niet beklimt of ook maar de voet ervan aanraakt. Ieder die de berg aanraakt, zal zeker gedood worden. 13 een hand mag hem aanraken, want hij zal zeker gestenigd of met pijlen doorschoten worden. Of het nu een dier of een mens is, hij mag niet blijven leven. Pas als de ramshoorn een langgerekte toon laat horen, mogen zíj de berg beklimmen. 14 Toen daalde Mozes van de berg af naar het volk, en hij liet het volk zich heiligen, en zij wasten hun kleren. 15 Hij zei tegen het volk: Wees over drie dagen gereed en nader niet tot een vrouw. 16 En het gebeurde op de derde dag, toen het morgen werd, dat er op de berg donderslagen, bliksemflitsen en een zware wolk waren, en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in het kamp was, beefde. 17 Mozes leidde het volk uit het kamp, God tegemoet. Zij stonden onder aan de berg. 18 De berg Sinaï was geheel in rook gehuld, omdat de HEERE er in vuur neerdaalde. De rook ervan steeg omhoog als de rook van een oven, en heel de berg beefde hevig. 19 Het bazuingeschal werd gaandeweg zeer sterk. Mozes sprak en God antwoordde hem met een stem. 20 Toen daalde de HEERE neer op de berg Sinaï, op de top van de berg. De HEERE riep Mozes naar de top van de berg en Mozes klom naar boven.: Israël gaat de Heere tegemoet bij neerdaling op de Sinaï onder bazuingeschal, rook, vuur en wolken.
Bij Jezus’ wederkomst gaan de gelovigen Hem een stuk tegemoet om niet samen met hun Heere naar de hemel te gaan, maar naar de aarde (Hand. 1:11Handelingen 1:10-1110 En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, 11 die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.). Het opnemen van de gelovigen is niet een tijdelijk evacuëren, maar een eervol inhalen van de neerdalende Heiland.

Er is hier sprake van ‘eerst’ (vs 16slot1Thess. 4:16Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.) en ‘vervolgens’ (vs 17begin1Thess. 4:17Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.), een onderscheid tussen twee groepen gelovigen: gestorvenen en levenden (over ongelovigen gaat het hier niet). Beide groepen gaan na hereniging de Heere tegemoet.

In vs 17 is het niet zo dat de gemeente uit de wereld wordt weggehaald, terwijl de geschiedenis ‘gewoon’ verder draait. De laatste bazuin klinkt. De wereldgeschiedenis stopt en de toekomst van de Heere Jezus Christus begint. Hemel en aarde komen samen, engelen en gelovigen brengen Hem hulde (2Thess.1:7b-102Thess.1:6-106 Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, 7 en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, 8 wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. 9 Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht, 10 wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof).).

Het slot van 1Thess. 4:15-171Thess. 4:15-1815 Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 17 Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. 18 Zo dan, troost elkaar met deze woorden. heeft wat is genoemd een ‘open einde’ dat wijst op de eeuwigdurende aanwezigheid van de Heere te midden van alle gelovigen.
1Thess.5:11Thess.5:1-41 Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. 2 Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. 3 Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. 4 Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.e.v./vv.  *)  staat met het voorgaande in verband.

Een ander aspect van Christus’ wederkomst (in vs 21Thess. 5:2Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. benoemd als de dag van de Heere) komt ter sprake, nl. het tijdstip en hoe we hierop moeten anticiperen

(de woorden ‘tijden’ en ‘gelegenheden’ uit vs 11Thess. 5:1Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. zijn in de Nieuwtestamentische tijd trouwens praktisch synoniem, Hand. 1:7Hand. 1:7-87 En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, 8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. en 3:19-21Hand. 3:19-2119 Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere, 20 en Hij Jezus Christus zal zenden, Die tevoren aan u verkondigd is. 21 Hem moet de hemel ontvangen tot de tijden waarin alle dingen worden hersteld, waarover God gesproken heeft bij monde van al Zijn heilige profeten door de eeuwen heen.;
vgl. Daniël 2:21Dan. 2:21Hij verandert de tijden en tijdstippen,
Hij zet koningen af en stelt koningen aan,
Hij geeft de wijsheid aan wijzen,
de kennis aan wie verstand hebben.
en 7:12Daniël 7:12Ook de rest van de dieren ontnam men hun heerschappij, want verlenging van het leven was hun gegeven tot een bepaald tijdstip en een bepaalde tijd.).

Vgl. Hand. 1:4-11Hand. 1:4-114 En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; 5 want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. 6 Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? 7 En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, 8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. 9 En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. 10 En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, 11 die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.;
2Tim. 4:1,6-82Tim. 4:1, 6-81 Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk:
[..]
6 Ik word immers reeds als een plengoffer uitgegoten en het tijdstip van mijn heengaan is aanstaande. 7 Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. 8 Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebb
;
2Ptr. 3:1-162Petrus 3:1-16Over:
* Spotters met de wederkomst
* De Heere komt als een dief in de nacht
* Nieuwe hemelen en een nieuwe aarde.
.

Gezien genoemde Schriftplaatsen moet tevens duidelijk zijn dat de dag van Jezus’ wederkomst
* ook met het oordeel en het verderf gepaard zal gaan (en dat eeuwig, Dan. 12:2Daniël 12:2En velen van hen die slapen
in het stof van de aarde, zullen ontwaken,
sommigen tot eeuwig leven,
anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.
– tegenover eeuwig leven), namelijk voor hen die buiten Christus zijn. Zij zullen voor altijd zonder de Heere zijn (vgl. 1Thess. 4:171Thess. 4:17Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.) in de plaats genaamd: de hel [de plaats der rampzaligheid] (Luk. 16:23Lukas 16:23En ook de rijke man stierf en werd begraven. En toen hij in de hel zijn ogen opsloeg, waar hij in pijn verkeerde, zag hij Abraham van ver en Lazarus in zijn schoot.
* tegenover de hemel [de plaats der gelukzaligheid], vs 22,26Lukas 16:22,2622 Het gebeurde nu dat de bedelaar stierf en door de engelen in de schoot van Abraham gedragen werd.
[..]
26 En bovendien is er tussen ons en u een grote kloof aangebracht, zodat zij die van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook zij niet die vandaar naar ons zouden willen gaan.
en 23:43Lukas 23:43En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.; Ef. 2:6Efeze 2:4-84 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, 5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – 6 en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, 8 opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.)
en in het verlengde ervan de poel van vuur, Op. 20:11vv.Openbaring 20:11-1511 En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. 12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. 13 En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. 14 En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.,
vgl. Op. 2:11Openbaring 2:11Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood. en Op. 21:8Openbaring 21:8Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood..

Voor nu geldt echter: ‘nog is er plaats’ in Gods Koninkrijk, Luk. 14:22Lukas 14:21,2221 En die dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn dienaar: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen. 22 En de dienaar zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats.; vgl. Joh. 3:16-18Joh. 3:16-1816 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.. Als wij dan door genade zelf de Heere hebben mogen leren kennen, en ons plekje mogen innemen in Gods Koninkrijk, wat houdt ons tegen om, als instrumenten in Gods hand, ook anderen met het Evangelie van Jezus Christus in aanraking te brengen, zodat ook zij gered kunnen worden door het geloof in de Heere Jezus Christus?

M.b.t. 1Thess. 4:15-171Thess. 4:15-1715 Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 17 Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.1Kor. 15:51,521Korinthe 15:51,5251 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.: in zowel Thessalonika als Korinthe wist men geen raad met overleden medegelovigen.
Op beide gemeentes reageert de apostel Paulus vanuit het feit van Christus’ opstanding en dat alle gelovigen in de toekomst daarin – verheerlijkt – zullen delen.
In beide Bijbelgedeeltes gaat het over de zaken op de laatste dag, bij Jezus’ terugkeer en de aanvang van Gods koninkrijk. Maar in de twee gemeenten leefden hierover verschillende vragen.

  • In de gemeente van Thessalonika: ‘Worden de gestorven gelovigen achtergesteld bij de nog levende?’
  • In Korinthe: ‘Is een lichamelijke opstanding wel reëel?’ De apostel benadrukt dan, zoals iemand verwoordde, tegenover de Thessalonicenzen de grote hereniging en tegenover de Korintiërs de grote verandering.

9 Bij de ‘we(d)erhouder’/‘tegenhouder’ zullen we moeten denken aan de macht, de werking van Gods Woord en de Heilige Geest (de Heilige Geest werkt altijd door het Woord van God).

De wederhouder zal verwijderd worden, d.i. de invloed van het Woord van God in de samenleving zal verminderen en wegvallen; geen zoutend zout en lichtend licht meer dat inwerkt op bevolking en geweten. De ‘wetteloze’ staat klaar om het vacuüm dat ontstaat, in te nemen met ‘zijn regels en voorschriften’.
Overigens trekt niet God Zijn Woord terug, maar de samenleving onttrekt zich eraan (secularisatie; Schrift-kritiek; aanpassing van prediking bij het levensgevoel van de mens).

Laten wij dus zorgen ons optimaal onder de invloed van Gods Woord te stellen en daarbij God bidden om het licht en de doorwerking van de Heilige Geest; persoonlijk, maar ook in samenkomst-verband (Joz. 1:8Jozua 1:8Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen.; Ps. 1; Hebr. 10:24-25Hebr. 10:24-2524 En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.
25 Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.
).

– – o – –

*)   ‘E.v.’ betekent: en volgende;
in het vervolg weergegeven met ‘vv.’ en volgende verzen.
Een enkele ‘v.’ duidt aan: en het volgende vers.

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 6 (opent in nieuw tabblad).

1 Sommigen denken bij gebed aan het (verschillende malen achter elkaar) opzeggen van een ‘Wees gegroetje’ of het ‘Onze Vader’ als een soort boetedoening of om God tevreden te stemmen. Anderen denken bij gebed aan esthetisch verantwoorde liturgische gebeden in de kerkdienst. Weer anderen zien gebed als een soort meditatie.

Werkelijk bidden heeft te maken met communiceren met de levende God met wie we door Jezus Christus een band gekregen hebben. Met deze God mogen we omgaan. Hij spreekt tot ons door Zijn Woord. Wij antwoorden door gebed.

2 Mensen hebben vragen als: Is er wel een persoonlijke God? Is Hij goed? Heeft Hij wel alles in de hand? Interesseert Hij zich wel voor mij?

3 M.b.t. Ps. 1:2Ps. 1:2maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt. en Kol. 4:2Kol. 4:2Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. / 1Thess. 5:171Thess. 5:17Bid zonder ophouden.: naast meer of minder vaste tijden ook tussendoor steeds weer contact met God zoeken door het bezig zijn met Gods onderwijzing en met gebed; er mee doorgaan niet alleen als je zin hebt of als het je uitkomt. Praktisch betekent het dat je – terwijl je natuurlijk werkt, slaapt, eet, gesprekken voert, etc – toch contact met God houdt (je geestelijke antenne op Hem gericht houdt), tussen de bedrijven door ‘ns wat met flarden van Bijbelgedeeltes door je heen laat gaan en bij de dingen die de revue passeren God vraagt om hulp en Hem dankt; soms meer, soms minder nadrukkelijk. Hij vult je leven.

Wel oppassen voor krampachtigheid. Het moet als het ware gaan als ademhalen, zó natuurlijk.

6 Met knielen druk je ontzag ten opzichte van God uit, en dat je afhankelijk van Hem bent.

Hardop Bijbellezen en gebed, inclusief het sluiten van je ogen bij het bidden, heeft duidelijke voordelen i.v.m. de concentratie.

Het gaat in Matth. 6:6Matth. 6:6Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. om het oprecht bidden, niet als een huichelaar.

7 In In 1Kor. 12:9b, 30aIn 1Kor. 12:8-9, 308 Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; 9 en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest;
[..]
30 Hebben zij soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?
gaat het wellicht om een gebedsgave van genezing.

8 In Ps. 138:8Psalm 138:8De HEERE zal Zijn werk voor mij voltooien;
Uw goedertierenheid, HEERE, is voor eeuwig;
laat de werken van Uw handen niet los.
lezen we de belofte dat de HEERE het voor David voltooien (voleinden) zal. In datzelfde vers beantwoordt David deze belofte door daarvoor te bidden: ‘(…) laat de werken van Uw handen niet los (laat niet varen de werken Uwer handen)’.
Of Ps. 25Psalm 25:2,32 mijn God, op U vertrouw ik;
laat mij niet beschaamd worden,
laat mijn vijanden niet van vreugde over mij opspringen.
3 Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd;
beschaamd worden zij die zonder reden trouweloos handelen.
: in vs 2a lezen we: ‘(…) laat mij niet beschaamd worden’; in vs 3 de belofte: ‘Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd’.

Personen uit de heidenvolken of zij die heidens denken (over het gebed), menen dat ze in hun bidden hun god uitgebreid op de hoogte moeten stellen van hun noden (vgl. daarentegen vs 8bPsalm 25:8Goed en waarachtig is de HEERE,
daarom onderwijst Hij zondaars in de weg.
) en hun beden breedsprakig moeten inkleden, voordat zij verhoord zullen worden (vergelijk het doen en laten van de Baäl-priesters op de Karmel, 1Kon. 18:20vv.1Kon. 18:20,26,28-2920 Daarop stuurde Achab boden naar alle Israëlieten, en bracht de profeten op de berg Karmel bijeen.
[..]
26 Zij namen de jonge stier die hij hun had gegeven, en maakten die klaar. Ze riepen de naam van de Baäl aan, van de morgen tot de middag: O Baäl, antwoord ons! Maar er kwam geen stem en er was niemand die antwoordde. Zij sprongen tegen het altaar aan, dat men gemaakt had.
[..]
28 Zij riepen met luider stem en kerfden hun lichamen naar hun wijze van doen met zwaarden en speren, totdat het bloed over hen heen stroomde. 29 En het gebeurde, toen de middag voorbij was, dat zij in geestvervoering raakten, tot de tijd van het brengen van het graanoffer. Er kwam geen stem en er was niemand die antwoordde; er kwam geen teken van leven.
). Erachter zit een bepaald godsbeeld en het missen van een vertrouwensband.

Het gaat hier overigens niet om de tijdsduur van het gebed; de Heere Jezus kan ook lang bidden (Luk. 6:12Lukas 6:12Het gebeurde in die dagen dat Hij naar buiten ging, naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht in gebed tot God.; Joh. 17). Het gaat om geloofsvertrouwen dat geen omhaal van woorden nodig heeft om God te vermurwen.

God wil ons wat we nodig hebben op het gebed schenken.

9 Doordat God Zijn eigen Zoon aan het kruis verstootte, kon Hij ons als kinderen aannemen – door het geloof. God wil als een (goede) Vader ons leiden door Zijn Woord en Geest en voor ons zorgen – op het gebed. God kan dit ook, want Hij is niet alleen Vader, maar onze hemelse Vader; Hij is niet gebonden aan onze aardse onmogelijkheden.

– – o – –

‘k kwam een citaat van Augustinus tegen – uit een commentaar van hem op Psalm 85 – dat ik hier toch even nog wil afdrukken:

‘Als u bidt, let er dan voor alles op dat u dan tot God spreekt. En wanneer u uit de Bijbel leest, let er dan voor alles op dat God tot u spreekt’.

(uit een boek van dr. Bart Jan Spruyt)

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 7 (opent in nieuw tabblad).

1 De Heilige Geest heeft eigenschappen van een persoon: verstand, wil, gevoel/emoties; en Hij handelt als een persoon.

2

  1. De Heilige Geest staat in de Bijbel op één lijn met God:
    * De Heilige Geest heeft gesproken – God heeft gesproken (2Sam. 23:2,32Samuel 23:2,32 De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken,
    en Zijn woord is op mijn tong.
    3 De God van Israël heeft gezegd,
    de Rots van Israël heeft tot mij gesproken:
    Er komt een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige,
    een Heerser in de vreze Gods.
    );
    * tegen de Heilige Geest gelogen (Hand. 5:3Hand. 5:3En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond?) – tegen God gelogen (vs 4Hand. 5:4Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.);
    * in Joh. 14:16Joh. 14:16,1716 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, 17 namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. spreekt de Heere Jezus van een andere Trooster, maar van dezelfde hoedanigheid als Hijzelf (God).
  2. De Heilige Geest bezit eigenschappen die alleen God bezit.
    * Hij is eeuwig (Hbr. 9:14Hebreeën 9:13,1413 Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, 14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! – de eeuwige Geest);
    * Hij is alomtegenwoordig (Ps. 139:7Psalm 139:7Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten?).
  3. De Heilige Geest doet dingen die alleen God kan doen.
    * Hij is Schepper: Job 33:4Job 33:4De Geest van God heeft mij gemaakt, en de adem van de Almachtige heeft mij levend gemaakt.;
    * Hij maakt levend: Joh. 6:63aJoh. 6:63De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven., of anders gezegd: Hij doet wedergeboren worden: Tit. 3:4,5Titus 3:4,54 Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, 5 maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest..

3 Hij gaat van de Vader en de Zoon uit. Hij zal van de Heere Jezus getuigen. Verder wordt Hij de Geest van Christus (tweede Persoon van de Goddelijke Drie-eenheid) genoemd.

5 De Heilige Geest komt:

  1. als Plaatsvervanger. De Heere Jezus belooft een andere Trooster, een ander identiek aan Hemzelf.
  2. als Helper. De Heilige Geest is gekomen om ons bij te staan.
  3. om kracht te geven, o.a. om te getuigen.

6 De onbekeerlijken ondergaan de doop met het vuur van het oordeel – zie het verband waarin Matth. 3:11Mattheüs 3:11Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. staat.

8 Enkele zaken die ons kunnen bedwelmen:

  • genoemd is alcohol; verder: eten en drinken, materiële zaken, kleren;
  • sexualiteit;
  • het lezen van bepaalde boeken, romans;
  • werk (workoholic) / sport en spel. Betaald werk, schoolwerk. Zelfs de zondag, de dag van de Heere, moet er voor wijken. Hoe vullen we die? Voor God, voor elkaar, eredienst, elkaar ontmoeten? Het vieren van de zondag zegt veel over wat je wel of niet bedwelmt, beheerst!
  • ook ideologieën kunnen ons beheersen, zelfs bepaalde christelijke dogma’s (als ze een eigen leven gaan leiden en met je op de loop gaan – sektarisch);
  • bepaalde (dwang)handelingen en ons bezorgd-zijn (Mattheüs 6Mattheüs 6:19-21 en 25-3419 Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; 20 maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; 21 want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
    [..]
    25 Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? 26 Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven? 27 Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? 28 En wat bent u bezorgd over de kleding? Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet; 29 en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze.30 Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? 31 Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden? 32 Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt. 33 Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. 34 Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
    ,   Filippenzen 4Filippenzen 4:6-76 Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; 7 en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.).

9 In Efeze 5:18bEfeze 5:18En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, is sprake van een opdracht die wij moeten uitvoeren, er staat een gebiedende wijs. Maar die opdracht staat in de lijdende vorm (‘wordt vervuld’), wat aangeeft dat het werk van God is. Vergelijk Romeinen 8Romeinen 8Onderwerp: Het leven door de geest.
Lees de verzen 1-27
.

11 ‘Ten goede’ is waar God naar toe wil. Het wordt in vers 29Romeinen 8:29Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. toegelicht. We zien dus dat God door de Heilige Geest naast het gebruik van Gods Woord en gebed alle dingen mee inschakelt om te bereiken dat we op Zijn Zoon gaan lijken.
Vgl. Joh. 15:1-8Joh. 15:1-81 Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. 2 Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. 3 U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb. 4 Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. 5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. 6 Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. 7 Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. 8 Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent..

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 8 (opent in nieuw tabblad).

1 T.a.v. het recht zetten: zie de inleiding boven punt 1.
In Efeze 2:20Efeze 2:19-2219 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, 21 en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; 22 op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest. zien we dat het fundament van de apostelen alles ook met de inhoud van het Oude Testament te maken heeft, dat hier met ‘de profeten’ wordt aangeduid.

Sommige mensen denken bij ‘kerk’ aan een massief/log instituut of aan een gebouw. Bij ‘gemeente’ kunnen mensen denken aan vrijheid-blijheid. En je hebt de verwarring kerkelijke gemeente – burgerlijke gemeente.

Het woord kerk komt van ‘kuriakè’: wat van de Heer(e) (Kurios) is.
In het Grieks wordt het woord ‘ekklesia’ gebruikt, letterlijk vertaald: uitgeroepenheid. 1Kor. 1:21Kor. 1:2aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere: – Gemeente van God: geroepen uit de wereld tot God (vgl. Rom. 8:29,30Rom. 8:29,3029 Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. 30 En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.).

In tegenstelling tot een gezonde gemeente heeft een kerkelijke sekte de neiging bepaalde geloofswaarheden op ongebalanceerde wijze naar voren te halen en te benadrukken ten koste van andere. Vaak functioneert naast de Bijbel een ander boek dat gezag wordt toegekend. In veel gevallen is sektevorming verbonden met het volgen van een charismatische leider.
Sektevorming sluit aan bij het Nederlandse gezegde: ‘Iedere ketter heeft zijn letter’. Het is in wezen een zonde tegen het tweede gebod. Het gaat dikwijls gepaard met geloofsdwang en kadaverdiscipline.

2 1Petr. 2:41Petrus 2:4en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, leert ons steeds opnieuw tot de Heere komen, luisteren naar Zijn Woord wat ook het Woord van de Vader is, en bidden, waardoor de oproep in vers 51Petrus 2:5dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. grond onder de voeten krijgt.

3

  1. De gemeente als tempel: de gemeente is heilig (van de wereld afgezonderd, behorend tot God) en behoort daarom heilig te leven. Naast de gemeente als tempel, is iedere gelovige afzonderlijk tempel van de Heilige Geest, 1Kor. 6:191Kor. 6:19Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?.
  2. De gemeente als lichaam: een organisch geheel met Christus als Hoofd en wij als leden. Eenheid – verscheidenheid, ieder heeft Zijn plek ten dienste van het hele lichaam.
  3. Gemeente als volk: God en de Heere Jezus Christus zijn onze Koning, wij de onderdanen die tot zijn dienst bereid (behoren te) zijn.

7 ‘Leer/onderwijs van de apostelen’:
het onderricht dat de apostelen – 2Tim. 3:15-172Tim. 3:14-1714 Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, 15 en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. 16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. – gaven, daar waren ze mee bezig, dat leefden ze ook uit. Zie ook de inleiding en punt 1 het tweede deel van het voor je liggend hoofdstuk over de gemeente.

‘Gemeenschap’:
ziet op de warme onderlinge band / omgang samen, de bereidheid elkaar van dienst te zijn (2:42Handelingen 2:42-4742 En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. 43 En er kwam vrees over iedereen; en er werden veel wonderen en tekenen door de apostelen gedaan. 44 En allen die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeenschappelijk; 45 en zij verkochten hun bezittingen en eigendommen en verdeelden die onder allen, naar dat ieder nodig had. 46 En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart; 47 en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe. en 4:32Handelingen 4:32En de menigte van hen die geloofden, was een van hart en een van ziel; en niemand zei dat iets van wat hij bezat, van hemzelf was, maar alles hadden zij gemeenschappelijk.).

‘Breken van het brood’:
de maaltijd van de Heere, oftewel het avondmaal (komt nog aan de orde). Het kan samengaan met liefdemaaltijden waarover in 1Kor. 11:20-221Kor. 11:20-2220 Zoals u nu bij elkaar samenkomt, is dat niet het eten van het Avondmaal van de Heere. 21 Want bij het eten gebruikt iedereen van tevoren al zijn eigen avondmaal en dan heeft de één honger, terwijl de ander dronken is. 22 Hebt u dan geen huizen om er te eten en te drinken? Of minacht u de gemeente van God en beschaamt u hen die niets hebben? Wat moet ik nu tegen u zeggen? Zal ik u hierin prijzen? Ik prijs u niet. en Judas vers 12Judas 1:12Deze mensen zijn schandvlekken bij uw liefdemaaltijden. Als zij met u de maaltijd gebruiken, doen zij zichzelf onbeschroomd te goed. Zij zijn wolken zonder water, die door de winden heen en weer gedreven worden. Zij zijn als bomen in de late herfst, zonder vrucht, tweemaal gestorven en ontworteld. gesproken wordt.

‘Gebeden’:
Ze hadden een biddend leven.

8 Ten aanzien van de rustdag – heilige samen-roeping:

Ex. 20Exodus 20:8-118 Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. 9 Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, 10 maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. 11 Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.

Lev. 23:3Leviticus 23:3Zes dagen mag er werk verricht worden, maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, een heilige samenkomst. Geen enkel werk mag u doen. Het is in al uw woongebieden een sabbat voor de HEERE. belangrijk!

Lk. 4:16Lukas 4:16En Hij kwam in Nazareth, waar Hij opgevoed was, en ging naar Zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge, en Hij stond op om te lezen. – de Heere Jezus was gewoon op de rustdag te gaan naar de synagoge.

Mt. 18:20Mattheüs 18:19,2019 Verder zeg Ik u dat, als twee van u op de aarde iets, wat dan ook, eenstemmig verlangen, het hun ten deel zal vallen van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 20 Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden.

Joh. 20:19,24,26Joh. 20:19, 24, 2619 Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u!
[..]
24 En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam.
[..]
26 En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u.

Hnd. 20:7Hand. 20:7En op de eerste dag van de week, toen de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, sprak Paulus hen toe, omdat hij de volgende dag wilde vertrekken; en hij liet zijn toespraak voortduren tot middernacht.

Hbr. 10:25Hebreeën 10:25Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.

Op. 1:10Openbaring 1:10Ik was in de geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin,

10 Mt. 28:19Mattheüs 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. – lid worden gemeente: de discipelen (apostelen) en in navolging van hen de oudsten van de gemeente krijgen een drie-ledige opdracht. Oudsten die als vertegenwoordigers van de plaatselijke gemeente personen die tot geloof gekomen zijn laten dopen, hebben ook de verantwoordelijkheid hen te onderwijzen en te vormen. De doop kan niet ‘los’ bediend worden.

Deze notities horen bij de studie:
Fundamenten van het Christelijk geloof
hoofdstuk 9 (opent in nieuw tabblad).

1 In het Grieks staat het woord ‘baptizo’: onderdompelen.

Waarom wellicht hedendaagse vertalingen toch ‘dopen’ hebben: het woord dopen is er in ons kerkelijk spraakgebruik ingeslepen.
Eigenlijk is het in onze tijd versluierend taalgebruik. Er staat immers: onderdompelen of nog hedendaagser gezegd: dippen.

Engelse vertaling – ‘baptize’: Toen men met de vertaling van de King James Version (KJV) bezig was, lag het vertalen van baptize in de aangegeven woorden gevoelig in bepaalde heersende kerkelijke kringen. Vanaf toen is men steeds het verengelste Griekse woord in ook andere Engelse vertalingen blijven gebruiken, wat eigenlijk ook een vreemde zaak is.
Overigens, de KJV (en er iets onder: de N[ew]KJV) is een excellente vertaling!

2 Er is twijfel. De discipelen zijn niet ongelovigen (ze aanbidden de Heere). Die twijfel spreekt dus van twijfelmoedigheid. Kunnen wij ook meemaken.

3 Hem is gegeven alle macht regeermacht, vs 18Mattheüs 28:18En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde..
De Kanttekenaars bij de St.V. tekenen hierbij aan: d.i. alle autoriteit en vermogen, namelijk om als het Hoofd der gemeente dezelve door de gehele wereld te vergaderen, te regeren en te beschermen.

Vgl. Ps. 8:7Psalm 8:7U doet hem heersen over de werken van Uw handen,
U hebt alles onder zijn voeten gelegd:
;
Matth. 11:27Mattheüs 11:27Alle dingen zijn Mij overgegeven door Mijn Vader; en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon, en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.;
Joh. 17:2Joh. 17:1,21 Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt, 2 zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.;
Ef. 1:22Efeze 1:22En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente,.

En deze Heer(e) is met hen tot aan de voleinding van de wereld, vs 20Mattheüs 28:20En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.! Deze belofte is in de eerste plaats bedoeld voor Jezus’ discipelen en in hun voetsporen de oudsten/ouderlingen van de gemeente (vgl. 1Ptr. 5:11Petrus. 5:1De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden:), maar via hen ook voor alle ‘onder’-discipelen (iedere gelovige).
De Kanttekenaars noteren bij dit vers: namelijk met u, Mijn discipelen, en al uw navolgers in Mijn gemeente; en dat naar Mijn Godheid, majesteit, genade en Geest.

Vgl. Joz. 1:5b-9Jozua 1:5-95 Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven. Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten. 6 Wees sterk en moedig, want ú zult dit volk het land dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, in erfbezit laten nemen. 7 Alleen, wees sterk en zeer moedig, door nauwlettend te handelen overeenkomstig heel de wet die Mozes, Mijn dienaar, u geboden heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts of naar links, opdat u verstandig zult handelen overal waar u gaat. 8 Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen. 9 Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat.;
Hbr. 13:5bHebreeën 13:5Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.;
Psalm 23.

Vs 18 en 20Mattheüs 28:18,2018 En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
[..]
20 En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.
zijn als het ware de rivierbedding waardoor de opdracht van vs 19Mattheüs 28:1919 Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. kan stromen.

4 Drieledige opdracht. Let op de volgorde:

  •  Het begin-/Evangelie-onderwijs geven, discipelen maken;
      vgl. Hnd. 14:21Hand. 14:21En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië, (en zie Mk. 16:15,16Markus 16:15,1615 En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. 16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.).
  •  Hen dopen.
  •  Hun leren onderhouden al wat de Heere geboden heeft.

Gedoopt worden zij die getuigen in de Heere Jezus te geloven en Hem willen volgen.

5 ‘De Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’: de Drie-enige God.

Dopen in = dompelen in.
Waarin dompelen? In de drie-enige God. Een geestelijk dompeling die je ondergaat als je tot geloof in Christus komt. Als je in Christus gaat geloven word je niet alleen in Hem gedompeld, maar door Hem als Middelaar ook in de Vader en in de Heilige Geest.

6 In Christus gedompeld wil zeggen dat we in plaats van buiten Christus te zijn, in Christus zijn gekomen. In Christus: d.i. verbonden met Hem; een band met Hem gekregen; deel aan Hem en door Hem ook met God de Vader en God de Heilige Geest.

T.a.v. de geschiedenis van de ark: acht personen gingen door het geloof de ark in, die door God veilig werd afgesloten. De ark is type van de Ark met een hoofdletter, onze Heere Jezus.

7 Als je in Christus gedompeld bent, heb je deel aan Zijn sterven, begraven, en opstanding tot een nieuw leven. Van dit alles is de waterdoop teken en zegel. Je verlangen is dan een nieuw leven, dat is een leven met God, te leiden.

De doopkandidaat kan dus wel worden gevraagd of hij inderdaad dat nieuwe leven met God wil leven, dus als de discipel de Heere Jezus na wil volgen (Matth. 28:19Mattheüs 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.).

8 De doop is ook beeld van de afwassing van zonden. Het gaat in Hand. 22:16Hand. 22:16En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere. dus om een symbolisch af-/wegwassen van de zonden. De werkelijke wassing is door het verzoenend bloed van Jezus.

9 In Hand. 2:38Hand. 2:38En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. worden respectievelijk de (nog) niet-gelovige persoon en de aspirant dopeling aangesproken: zich bekeren en gedoopt laten worden (en zich laten leren/onderwijzen, Hand. 2:42Hand. 2:42En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.).

De geestelijk onderdompeling in Christus en de bevestigende symbolische waterdompeling onderga je. Het is Gods genadewerk.

Vergeven/gered word je door Jezus Christus, door het geloof, Mattheüs 1:21Mattheüs 1:21en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.;  Handelingen 16:30,31Handelingen 16:29-3129 En toen hij om licht gevraagd had, sprong hij naar binnen en begon erg te beven, en hij viel voor Paulus en Silas neer; 30 en hij bracht hen naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om zalig te worden? 31 En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten.. Toch staat de opdracht tot dopen vlak na de opdracht tot bekering, wat aangeeft dat de waterdoop een bezegeling is van de bekering van een persoon, een stempel van echtheid.

‘Dopen in de Naam van Jezus Christus’ is niets anders dan ‘dopen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’. Door de Heere Jezus als Middelaar heb je ook deel aan de Vader en aan de Zoon, dus aan de drie-enige God!

10 Er is geen tweede, latere doop in de Heilige Geest dus, zoals de Pinksterbeweging leert. Als je tot bekering/tot geloof in Christus komt, word je geestelijk in God de Vader, God de Zoon en in God de Heilige Geest gedoopt, dat door de waterdoop symbolisch wordt bezegeld.
Zie evt. over de Doop in/met de Heilige Geest: Billy Graham, De Heilige Geest, hoofdstuk 5.

Het antwoord inzake spontaan dopen is verbonden met wat we uit het voorgaande al geleerd hebben: je lijkt ermee christelijke vrijheid te creëren, maar je komt tot onverantwoord handelen:

  1. ’t Voorgesprek kan niet voldoende gedegen zijn. Tijd om door te praten moeilijk.

    • Wie is de persoon die zich aanmeldt,
    • wie is de Heere Jezus voor Hem,
    • zijn er mensen in de gemeente die gegronde bezwaren hebben, bijvorbeeld leeft iemand in zonde, leeft iemand in onmin met anderen, wil de persoon zich bij gemeente voegen, zich verder onder leiding van oudsten laten leren?
    • Is persoon lid van een andere gemeente (staat dan onder verantwoording van oudstenraad van die gemeente).
    • En stel dat ’t gesprek niet positief is…? Je kunt grote opschudding krijgen tijdens samenkomst (vgl. 1Kor. 14:401Korinthe 14:39,4039 Daarom, broeders, streef ernaar om te profeteren, en verhinder het spreken in andere talen niet. 40 Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren.) en wellicht de persoon die zich aanmeldt, omdat je niet tijd genoeg hebt om met hem te praten en dingen uit te leggen, een stuk achterop brengen in zijn geestelijke ontwikkeling (hij kan zelfs afhaken).
  2. Kans op een meer op emotionele gronden gemaakte keus – in tegenstelling tot een wils-beschikking – groot (bv. bij psychisch minder sterke persoon).
  3. Men kan geen familie, kennissen, collega’s etc nodigen (sommige mensen willen zich zelfs anoniem laten dopen…); de doop wil worden gezien door de bekenden van de dopeling. Zie punt 12 in de studie.
  4. Wat is er tegen om in een volgende te beleggen doopsamenkomst te worden gedoopt?

    M.b.t. spontaan dopen vaak als bewijs aangevoerd: Hand. 8:26vvHand. 8:26 en 36-3826 En een engel van de Heere sprak tot Filippus en zei: Sta op en ga naar het zuiden, de weg op die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, die eenzaam is.
    [..]
    36 En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden? 37 En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. 38 En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem.
    ;  Handelingen 16Hand. 16:14 en 29-3214 En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd.
    [..]
    29 En toen hij om licht gevraagd had, sprong hij naar binnen en begon erg te beven, en hij viel voor Paulus en Silas neer; 30 en hij bracht hen naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om zalig te worden? 31 En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. 32 En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren.
    . Echter:

    • Filippus met Moorman in gesprek, wie weet hoelang. En Paulus in gesprek met gevangenbewaarder.
    • Zendingssituatie; er waren (veelal) nog geen gemeenten.
    • Het gaat om geschiedenissen; dan goed nagaan wat er wel of niet normatief is in het gebeuren.

    11 De doop is een bemoediging voor je geloofsleven: zo zeker als ik ondergedompeld wordt, zo zeker is het dat ik door Gods genade, door het geloof deel heb aan de Heere Jezus Christus en aan Zijn dood en opstanding tot nieuwheid van leven.

    De doop is een ‘eerste’ opdracht (het is de eerste opdracht die de Heere geeft na het discipel worden). Je wilt, als je je van harte laat dopen, dan ook gehoorzamen in alle dingen Matth. 28:19Matth. 28:19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.;  Romeinen 6Romeinen 6Onderwerp: Gestorven aan de zonde.
    Lees de verzen 1-14
    ).

    Wezenlijk voor het dopen is het zichtbaar belijden van het geloof in woord (persoonlijk getuigenis) en daad (doop – de doop wil worden gezien).
    Je getuigt dat je door het geloof met Christus bent verbonden (Rom. 6:3,4Romeinen 6:3,43 Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? 4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.) en door Zijn bloed gewassen bent (Hand. 22:16Hand. 22:16En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere.;  1Johannes 1:71Johannes 1:7Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.).

    N.B. dat belijden hoort in eerste plaats voor de dichtstbijzijnde naasten te zijn. Hen ervoor uitnodigen. Voor je geloof uitkomen (Matth. 10:32Matth. 10:32Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.;  Hand. 1:8Hand. 1:7,87 En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft,
    8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.
    ).

    Deze notities horen bij de studie:
    Fundamenten van het Christelijk geloof
    hoofdstuk 10 (opent in nieuw tabblad).

    1Goed uitgelegd. We hoeven geen bezwaar tegen de term ‘sacrament’ te hebben. Het woord betekent: een heilige (dus door God apart gezette) handeling. Van het Latijnse ‘sacer’, heilig.

    2Het wordt het ‘breken van het brood’ genoemd. Met deze term werd in het algemeen het houden van een maaltijd aangegeven.

    (Zie Lukas 24:(30),35Lukas 24:30,35: Emmaüsgangers30 En het gebeurde, toen Hij met hen aan tafel aanlag, dat Hij het brood nam en het zegende. En toen Hij het gebroken had, gaf Hij het aan hen.
    [..]
    35 En zij vertelden wat er onderweg gebeurd was, en hoe Hij door hen herkend was bij het breken van het brood.
    ;
    Markus 6:41Markus 6:41En toen Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had, keek Hij op naar de hemel, zegende en brak de broden en gaf ze aan Zijn discipelen, opdat zij die aan hen zouden voorzetten, en de twee vissen verdeelde Hij onder allen..)

    Maar als het in Hand. 2:42Hand. 2:42En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. zo speciaal genoemd wordt als één van de vier fundamentele kenmerken bij de gelovigen, dan moeten we wel denken aan het avondmaal, de maaltijd van de Heere. De gewone maaltijden, het samen eten van de gelovigen, valt veeleer onder het punt: de gemeenschap. Net als het houden van de andere drie elementen van vers 42, heeft Jezus geboden avondmaal te vieren. (Zie Mattheüs 26Mattheüs 26:26-2926 En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. 27 Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, 28 want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. 29 Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader.).

    Zie verder 1Kor. 11:23vv.1Korinthe 11:23-2623 Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, 24 en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. 25 Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. 26 Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. en 1Kor. 10:161Korinthe 10:16De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus? waar ook sprake is van breken van brood, nl. als onderdeel van het vieren van het avondmaal.
    ‘Volharden’: in het Grieks staat het woord ‘proskartereoo’ dat wijst op karakteristieke zaken, die constant de aandacht vragen.

    3Het doel is om Jezus te gedenken, Hem en Zijn lijden en sterven, het kruis van Golgotha, Lam van God voor onze zonden geofferd.

    (Joh. 1:29Joh. 1:29De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!;
    Matth. 1:21Matth. 1:21en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.)

    Het paaslam van het Oudtestamentische Paasfeest wijst heen naar het Lam Gods, Jezus, Die Zichzelf voor ons heeft laten offeren.

    4Het brood is teken van het lichaam van Christus. Het brood wordt gebroken als beeld van Jezus’ lichaam dat op Golgotha voor onze zonden gebroken, geofferd is.

    Als we de Bijbelgedeeltes over het avondmaal lezen, krijgen we de indruk dat wordt gecommuniceerd dat de Heere Jezus dát brood gebruikt dat voor handen is en dat dat ook voor ons van toepassing is (bij de Heere Jezus was dat bijvoorbeeld ongezuurd brood i.v.m. de viering van het pesach (pascha); maar dat m.b.t. het vieren van het avondmaal het brood beslist ongezuurd of ongedeeld moet zijn, wordt niet gecommuniceerd).

    Ongezuurd brood: voorschrift voor het pesach. Eén van de inzettingen, schaduwen die naar de Heere Jezus toewijzen. Op Gods tijd en plaats is het Ware gekomen, de schaduw-inzettingen gaan aan de kant. Vergelijk de uiteenzetting ‘Oudtestamentische voorschriften en toepassing nu’, dat – zo de Heere het geeft – op een later tijdstip op deze website zal komen, als onderdeel van de studie-serie: ‘Zoektocht Gouden draad door de Bijbel’.
    Daarom: (liever) geen ongezuurd brood, maar brood dat voor handen is.

    5De wijn uitgegoten in een beker is beeld van Jezus’ bloed dat op Golgotha voor ons vergoten is tot vergeving van zonden.

    We nemen de tekenen van brood en wijn tot ons, dat be-teken-t dat we door het geloof, door het aannemen van Christus en Zijn offer op Golgotha, een band met Christus hebben.

    Er wordt van gesproken dat het Nieuwe verbond gegrond is op Jezus’ bloed. Het Oude testament echter was ook gegrond op bloed, nl. van dierenoffers (schaduwen van Jezus’ offerbloed). De wijn is symbool (teken en zegel) van het Nieuwe verbond; Pesach was als het ware symbool van het Oude verbond, toen dus dierenoffers moesten worden gebracht als heenwijzing naar het offer van Christus. Nu heeft Jezus’ bloed gevloeid en zijn geen dierenoffers meer nodig.

    Het Nieuwe van het verbond heeft dus te maken met de vervulling van wat in het Oude verbond in schaduwen naar ons toekomt. Het Oude verbond is het verbond van de komende Christus, het Nieuwe van de gekomen Christus.

    Je kunt het ook zo zeggen, zoals iemand deed:

    ‘Nieuw heet het verbond omdat het de vervulling is van de belofte van Jer. 31:31Jeremia 31:31-3431 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, 32 niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. 33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. 34 Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken. enz. Nieuw is dit verbond omdat in Christus al de beloften vervuld zijn en het rijke volle heil aan alle volken wordt verkondigd.’

    T.a.v. verbond/testament: in het Grieks staat ‘diathèkè’: testament; van ‘diatithèmi’: verordenen, beschikken. Het is evenwel de vertaling van het Hebreeuwse ‘berit’: verbond. Beide kan dus vertaald worden: verbond of testament.
    Waar het om gaat is dat God het instelt, Hij neemt het initiatief, wil een band met ons hebben, onze vader God zijn. Van ons vraagt Hij in het geloof te reageren, waardoor wij deel hebben aan de voorrechten van het verbond, oftewel aan wat Jezus’ voor Oud- en Nieuw­testamentische gelovigen verdiend heeft aan het kruis.

    6De woorden ‘totdat Hij komt’ leren ons duidelijk dat onze Heere Jezus Christus een tweede keer zal komen, wat de hoop en vreugde van alle gelovigen is.

    In verband hiermee uit Mattheüs 26:29Mattheüs 26:29Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader.: Jezus’ komst introduceert de volkomen doorbraak van Gods koninkrijk. Dan zal Hij de wijn met ons nieuw drinken. Het nieuw drinken van de wijn sluit aan bij het Nieuwe verbond.
    Het Oude verbond van de uittocht uit Egypte bracht Israël bij de wijnstok in het beloofde land Kanaän. Het Nieuwe verbond – hier en nu – brengt ons bij de ongekende nieuwe wijn in Gods beloofde gerealiseerde koninkrijk.

    ‘Het drinken van wijn met ons’ spreekt van het beleven van de band die we met Jezus hebben (de band die dan volkomen zal zijn); het vieren van feest met Hem. ‘Die dag’ – het is de dag van Mattheüs 24:30,31Mattheüs 24:30,3130 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan..
    Deze komende dag, de dag van het komende feestmaal, het heeft alles te maken met het vieren van het avondmaal. Het wijst ons naar het fundament van het feest: Jezus Die Zijn lichaam overgeeft en Die Zijn bloed uitgiet.

    Je kunt het avondmaal dus een funderings­maaltijd – maar tegelijk ook een voorafspiegelings­maaltijd – noemen van die komende maaltijd.

    7Je eet en drinkt onwaardig als je buiten Christus bent en nog niet deel hebt aan zijn redding (of: als je je waardigheid zoekt in jezelf of in iets anders i.p.v. in Christus en Zijn offer; oftewel: als je nog niet Jezus Christus hebt aangenomen als Redder en Heer(e) en je zo door Christus waardig hebt gemaakt.
    In Handelingen 2:42Handelingen 2:42En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. zagen we het al: ‘zij’, dat zijn de gelovigen, vers 38, 41Handelingen 2:38-4138 En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. 39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal. 40 En met veel meer andere woorden legde hij getuigenis af en spoorde hij hen aan met de woorden: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht! 41 Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd..

    Je eet ook onwaardig als je, ook al ben je gelovige, zonden hebt gedaan en die niet hebt beleden of zonden hebt toegelaten in je leven, waaraan je je vasthoudt, waar je geen vergeving voor vraagt en mee kapt.

    (1Joh. 1:91Joh. 1:9Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.;
    Spr. 28:13Spreuken 28:13Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn,
    maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.
    )

    8We worden opgeroepen onszelf te beproeven. Dat is jezelf grondig onderzoeken:

    • Heb je je zonden beleden, vergeving gevraagd en Christus aangenomen?
    • Maar dan verder: ben je als christen God (nog) toegewijd?
    • Laat je je leren door Zijn Woord en volg je Zijn geboden (leefregels!) op?
    • Heb je je (actuele) zonden – ook die ene ‘lieveling’– beleden, vergeving gevraagd en wil je ook daarin rein leven?

    Ja? Kom dan en eet en drink!

    9N.B. er staat1Korinthe 11:29Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.: een oordeel, niet: het oordeel. Er is nog tijd van bekering, voor het eerst of opnieuw. Maar bekeren we ons niet, ja, dan gaat het over in het eeuwig oordeel, de eeuwige straf.

    Het lichaam van de Heere niet onderscheiden (‘diakrinoo’): d.i. het lichaam van de Heere, waarvan het brood van het avondmaal een teken is, dat Hij geofferd heeft aan het kruis, dus het offer van Christus, niet juist taxeren, maar het eigenlijk minachten.

    Als iemand het offer van Christus echt op waarde schat, hoe kan hij dan onwaardig mee-eten en -drinken van de maaltijd van de Heere? Laat hij zich bekeren en leven!
    De Kanttekeningen bij de St.V hebben deze uitleg bij vers 29b1Kor. 11:29Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.: d.i. dewijl hij geen onderscheidt maakt tussen het brood van het avondmaal, hetwelk een heilig teken is van des Heeren lichaam, en tussen algemene spijs; en alzo zonder beproeving en eerbiedigheid hetzelve eet, gelijk ander algemeen brood.

    Misbruik van het avondmaal of andere zonden die in de gemeente voortwoekeren kunnen de oorzaak zijn van dat er veel zwakte en ziekte en veel sterfte in de gemeente plaatsvindt. Niet omdraaien: veel ziekte en sterfte in een gemeente kan ook een beproeving van God zijn.

    Het deelnemen van kinderen aan het avondmaal is niet mogelijk. Wie avondmaal viert moet zichzelf kunnen beproeven en het lichaam van Christus onderscheiden (vs 28,291Kor. 11:28,2928 Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker. 29 Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.).

    Deze notities horen bij de studie:
    Fundamenten van het Christelijk geloof
    hoofdstuk 11 (opent in nieuw tabblad).

    1De Tien geboden geven de omlijning van het dubbel liefde-gebod uit Mattheüs 22Mattheüs 22:36-4036 Meester, wat is het grote gebod in de wet? 37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40 Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten..

    De Tien geboden zijn in enkele onderdelen typisch Israëlitisch.

    • Zie de aanhef van de geboden (bevrijd uit het land Egypte),
    • het vierde gebod (sabbatdag – de zaterdag),
    • het vijfde gebod (het land dat de Heere geven zal).

    De geboden hebben echter een blijvende functie, Mattheüs 5:17Mattheüs 5:17Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. (niet ontbinden, maar vervullen), Mattheüs 22Mattheüs 22:36-4036 Meester, wat is het grote gebod in de wet? 37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40 Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten. (een samenvatting, niet een in-de-plaats-stelling).

    4Vertrouwelijke, verborgen omgang, je zou het onze ‘stille tijd’ kunnen noemen, het persoonlijk met God zijn. ‘Omgang’ wil zeggen het geloofscontact tussen God en de gelovige, waarvan de band door de Heere Jezus en de Heilige Geest gelegd is. God spreekt door Zijn Woord. Wij antwoorden in gebed. Met de Psalm-berijming zou je deze omgang ‘verborgen’ kunnen noemen, omdat, zoals iemand verwoordt, het plaatsvindt in de intimiteit van hart tot hart.

    5 God vrezen: kinderlijke liefde en eer-bied/respect voor hun Vader God hebben; vgl. het vijfde gebod: eer uw vader en moeder (Ex. 20:12Exodus 20:12Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.).

    ‘De vrees voor God’ legt een verband tussen ‘vertrouwelijke omgang’ en ‘kennis’. Dat is: ons vol eerbied omgaan met God. Dat alles met ons biddend omgaan met Gods Woord te maken heeft, geeft ons kennis:

    • kennis van God,
    • kennis van onszelf,
    • kennis van de dingen om ons heen,
    • kennis van onze handel en wandel.

    6In Lukas 10:38vv.Lukas 10:38-4238 Het gebeurde, toen zij onderweg waren, dat Hij in een dorp kwam. En een vrouw van wie de naam Martha was, ontving Hem in haar huis. 39 En zij had een zuster die Maria heette, die ook aan de voeten van Jezus zat en naar Zijn woord luisterde. 40 Maar Martha was druk bezig met bedienen. Nadat zij erbij was komen staan, zei zij: Heere, trekt U het Zich niet aan dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg toch tegen haar dat zij mij helpt. 41 Jezus antwoordde en zei tegen haar: Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen. 42 Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen. zien we het voorbeeld van Maria die aan de voeten van de Heere zit en luistert naar Zijn Woord. Een woord dat weerklank vindt in het hart, om antwoord vraagt in gebed en tot uitwerking komt in het doen en laten.

    Gods huis / tempel is in onze tijd iedere gelovige (1Kor. 16:191Kor. 16:19U groeten de gemeenten van Asia. In de Heere groeten u hartelijk Aquila en Priscilla met de gemeente in hun huis.); en ook iedere christelijke gemeente (1Kor. 3:161Kor. 3:16Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? wordt hier concreet gezegd tot de bepaalde gemeente van Korinthe).
    Dus in Nieuwtestamentische setting gaat het in Ps. 27:4Psalm 27:4Eén ding heb ik van de HEERE verlangd,
    dát zal ik zoeken:
    dat ik wonen mag in het huis van de HEERE,
    al de dagen van mijn leven,
    om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen
    en te onderzoeken in Zijn tempel.
    om het verlangen contact met God te oefenen in persoonlijk en gemeentelijk verband. Zie ook Psalm 84Psalm 84Onderwerp:
    Verlangen naar het heiligdom
    .

    7 M.b.t. Ps. 25:14bPsalm 25:14HSV:
    Vertrouwelijk gaat de HEERE om met wie Hem vrezen,
    Zijn verbond maakt Hij hun bekend.

    NBV21:
    De HEER is een vriend van wie Hem vrezen,
    Hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.
    : God maakt hen bekend (wat de NBV wel mooi weergeeft met: ‘maakt hen vertrouwd’) met wat het geheim en de inhoud van de band met Hem is. Dat heeft dus alles met Jezus’ verzoenend werk te maken, waardoor deze band met God gesmeed wordt.

    8 Vanaf het begin der schepping heeft satan – waarbij hij na de zondeval vooral ook gebruik maakt van de wereld en ons vlees – getracht die verborgen omgang bij de gelovigen te boycotten. De ene keer meer direct, de andere keer indirect.

    De afgelopen eeuwen zien we de fnuikende krachten werkzaam van de verheerlijking van mens en verstand (de zgn. Verlichting, het Modernisme).

    De laatste 30 jaar – in de lijn van of in het verlengde van het voorgaande – (steeds meer) de geraffineerde invloed van het centraal stellen van mens en eigen persoonlijkheid, hoe hij persoonlijk over allerlei dingen denkt en hoe hij het persoonlijk ervaart (het zgn. Post-modernisme).

    In beide levensrichtingen zit echter de mens op de troon en is er geen plaats voor een luisterende houding naar de levende God Die Zich in Zijn Woord en Zoon openbaart.
    Het gebed wordt dan meditatie in de zin van het in jezelf neerdalen om contact met je zgn. goddelijke kern te zoeken. Zowel de verborgen omgang en het daarmee verbonden dagelijks leven, vloeit voort uit de individuele mens en zijn smaak i.p.v. uit het contact met God en Zijn Woord.

    Onze 24-uurs-economie is natuurlijk ook een stille kracht die onze stille tijd met God ondermijnt. Ons leven wordt steeds meer gehaast en steeds minder gestructureerd.
    Daarmee gaat hand in hand de vluchtigheid en oppervlakkigheid van onze tijd.
    Dat werkt ook door in ons kerkelijk leven dat een kerkelijk bedrijf dreigt te worden met het nodige kerkelijk werk (in tegenstelling dan tot het doen van de wil van God). Dat maakt het moeilijk tijd voor God apart te zetten en geregeld vruchtbaar contact met Hem te oefenen.

    9 Als ons intiem contact met God wordt lam gelegd, wordt als gevolg daarvan ook het brede leven met en voor God ondermijnd. Als het satan dus lukt de vertrouwelijke omgang met God ‘stil te leggen’, dan hoeft hij zich veel minder druk te maken over het verstoren van het brede christelijke leven.

    Elke tijd heeft zijn eigen kwaad en problemen. ‘Die goeie oude tijd’ was veel minder ideaal dan wij denken: veel minder rustig, veel minder idyllisch. Wat wist men van sociale arbeidsomstandigheden en (goed geregelde) pensioenen e.d.. Wat men wel kende waren lange dagen en harde levensomstandigheden…
    Met andere woorden, de gelovigen uit voorgaande tijden moesten er net als wij in hun bezigheden voor kiezen tijd voor God apart te zetten om contact met Hem te oefenen in het bezig zijn met Gods Woord en met gebed.

    10 Onze omgang met God heeft een stukje training nodig. Je oefenen in het lezen en overpeinzen van Gods Woord en het plannen van tijd ervoor; zo ook je oefenen in gebed en het plannen ervan.

    Ondertussen hebben we het (ook) over onze tijdsbesteding. Op grond van het volbrachte werk van Christus Jezus zien we ons leven en onze tijd als gave van God, waarover we goede rentmeesters mogen zijn en waarvan we later voor God verantwoording afleggen.

    Deze notities horen bij de studie:
    Fundamenten van het Christelijk geloof
    bijlage 1 (opent in nieuw tabblad).

    Hier geen notities.

    Deze notities horen bij de studie:
    Fundamenten van het Christelijk geloof
    bijlage 2 (opent in nieuw tabblad).

    Het voorbeeld van de iets uitgebreidere geloofsbelijdenis van een plaatselijke Baptisten gemeente is die van de Vrije Baptistengemeente ‘Elim’ te Heerenveen (waar ikzelf aan mocht meewerken).

    Status: aanvaard door de gemeente op de gemeentevergadering van 11 januari 2000.

    Deze notities horen bij de studie:
    Fundamenten van het Christelijk geloof
    bijlage 3 (opent in nieuw tabblad).

    3Je zou Rom. 8:32Romeinen 8:32Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? de ultieme samenvatting of hoofdsom van de uitwerking van Gods karakter kunnen noemen. Een geweldige tekst, wat een uitwerking van Wie God is:

    * ‘Ons’: dat zijn gelovigen, wij als we in de Heere Jezus mogen geloven.
    * Wij ‘allen’, hoofd voor hoofd. God heeft zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven – als verzoening voor onze zonden. En daarop gegrond belooft Hij ons met Hem ook alles te geven wat we voor ziel en lichaam nodig hebben.

    Dus: of we alleen zijn of als gemeente samen, uit of thuis; of we werken of vandaag vrij zijn: God heeft Zijn eigen Zoon voor ons allen gegeven en zal ons met Hem ook alle dingen schenken!

    4Hoe in het gebed pleiten op de belofte uit Rom. 8:32Romeinen 8:32Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken??

    ‘Heere, U hebt in Uw liefde en grootheid zelfs Uw Zoon voor mij niet gespaard, maar Hem voor mij overgegeven. Wilt U mij nu in die en die situatie waarin ik ben, helpen, mij geven wat ik nodig heb.
    (en dat kun jezelf in je eigen concrete situatie invullen)’.

    6 Het boek van James I. Packer God leren kennen (Knowing God) is vooral een boek voor mensen die al langer op ‘de weg’ zijn. Voor pas bekeerden is het eigenlijk te vast voedsel.