Studie – Gouden draad: 6. De lijn van het heil in het Nieuwe Testament – B

6. De lijn van het heil in het Nieuwe Testament - B

Inhoudsopgave: Studie menu hier  
Gouden draad in de Bijbel

6. De lijn van het heil in het Nieuwe Testament – B

    1. Vervolg op de vorige studie. Toen zijn de Inleiding en punt I behandeld. Nu komt de resterende stof, de punten II en III, aan de orde.

  1. IIVervulling door Jezus Christus, Gods Zoon

    1. 1In het NT zien we de vervulling van Gods beloften van redding, in het bijzonder dat deze beloften en verbondstructuur door Zijn Zoon, Jezus de Christus (Messias) gerealiseerd worden.

      Over de Heere Jezus Christus lezen we in Johannes 1: Joh. 1:16-18:
      ‘Genade en waarheid’: dit is de genadige werkelijkheid van de Mozaïsche beloften en schaduwachtige, ceremoniële instellingen (vergelijk Kanttekeningen bij de St.V.!).
      ‘Door Jezus Christus’: dit is als de Zoon en Heer(e) van het huis, Hbr. 3:5,6 (met Kanttekeningen bij de St.V.).

    2. 2Ja, het hele OT (de Wet en de Profeten) wijst naar Hem en vindt zijn vervulling in Hem:

      1. Hij is de grote Mozes (Hbr. 3:1-6).
        Ermee verbonden: Jezus is de uiteindelijke Profeet door Mozes voorzegd
        (Dt. 18:15;
        Hnd 3:22,23;    7:37);
        als zodanig is Hij niet alleen de Vervuller, maar ook de soevereine Uitlegger van Gods wetten (Mt. 5:17-48 – met Kanttekeningen!).

        Zie Kanttekeningen bij Dt. 18:15.

      2. Jezus is de grote Jozua die de uiteindelijke rust aan Zijn volk geeft (Hbr.3:7 – 4:13).

      3. Hij is de ware Wijsheid van God, Die de wijsheids-thema’s van het OT vervult (Kol. 2:1-3).

      4. In Hem zijn de beloften van het Koninkrijk vervuld, gezien Zijn wonderen, genezingen en autoriteit over demonen/duivelen (Mt. 12:28; met andere woorden Hij deelt Gods autoriteit, ja is Zelf God (tweede Persoon van de Goddelijke drie-eenheid; zie Fundamenten van het Christelijk geloof, hfst. 2 en 3) wat ook uitkomt in dat Hij als Schepper-Heer respectievelijk op het water loopt
        (Mt. 14:22-33) en het kalmeert (Mt. 8:23-27; vergelijk Ps. 107:29).
        Hij is de Degene Die eeuwig op de troon van David zal zitten
        (2Sam. 7;   Mt. 28:18 – ‘macht’: volmacht, regeer-macht).

      5. Als God heeft Hij de autoriteit in Zichzelf zonden te vergeven (Mk. 2:7).

      6. Zijn koningschap gaat echter gepaard met lijden, want Hij is ook de Knecht van de HEERE Die de zonden van Zijn volk verzoent.

        (Jes.52:13 – 53:12;
        Mk. 14:24;
        Rom. 4:25;
        1Ptr. 2:21-25.

      7. Om de zonden van Zijn volk te kunnen verzoenen, wordt Hij, naast Zijn Godheid, Mens (Fil. 2:6-8;    Hbr. 2:14-16).

    3. 3Het NT is (net als het OT) Christus-gecentreerd en God-gericht; God-gericht, immers de komst van Christus op aarde is tot eer van God:
      Joh. 17:1-4;   Fil. 2:11.

    4. 4Met betrekking tot Jezus’ werk wordt in het bijzonder de nadruk gelegd op Jezus’ werk aan het kruis om Zijn volk te verlossen. In 1Korinthe lezen we:
      1Kor. 2:2;
      1Kor. 15:3,4.

      In Jesaja 53 wordt het woord ‘kruis’ niet genoemd, maar boodschap en inhoud van het kruis des te meer. Lees met het oog hierop Jesaja 53 nog maar eens.

      In 1Korinthe 1 zegt de apostel: 1Kor. 1:23,24.

      Waarom Jezus’ opstanding?
      Jes. 53:10-12;
      Fil. 2:6-9;
      vergelijk Hbr. 13:20;
      Hnd. 17:31.

    5. 5Jezus wordt door God voorgesteld als ‘Middel tot verzoening’ (Verzoening, St.V) (letterlijk: Verzoen-deksel, -bedekking). Voor wie, en voor welke tijd?
      Rom. 3:25,26;
      vergelijk Rom. 4:11,12.

      (Zie Fundamenten van het Christelijk geloof, hoofdstuk  3 en 5).

  2. IIBelofte van de Heilige Geest

    1. 1Verbonden met het werk van Christus is het werk van de Heilige Geest.

      In Johannes 14 en 15 zien we de Heere Jezus beloven de Heilige Geest te zenden aan Zijn volgelingen:
      Joh. 14:16-17,26;    15:26.

    2. 2En na Jezus’ volbrachte werk op Golgotha en Zijn verheerlijking in opstanding en hemelvaart (aan de rechterhand van de Vader) wordt de Heilige Geest daadwerkelijk uitgestort:
      Hnd. 2:1-4,33.
      Vanaf die tijd ontvangt ieder die tot bekering komt niet alleen vergeving van zonden, maar ook de Heilige Geest:
      Hnd. 2:38 (vergelijk 1Kor. 6:19,20;    Gal. 3:2,14);
      Ef. 1:13b,14.

    3. 3In de lijn van de verwachting is wat we in Joh.16 lezen over de kern van het werk van de Heilige Geest: Joh. 16:14a.
      Zijn bedoeling is dat Christus wordt groot gemaakt als Redder en Verlosser.

      In 1Kor.12 lezen we aanvullend nog:
      1Kor. 12:3.

    4. 4De Heilige Geest ondersteunt ons christenleven:

      Joh. 14:16,17: ‘Trooster’: Parakleet -> Helper
      (Hnd. 1:8;
      Rom. 8:2,4,13-14;
      2Kor. 3:18;
      Gal. 5:16,25;
      Ef. 5:18).

    5. 5De Heilige Geest werkt altijd in samenwerking met Zijn ingegeven Woord van God:

      Rom. 10:17;
      2Tim. 3:15,16.

      (Zie ook Fundamenten van het Christelijk geloof, hoofdstuk 7).