Gouden draad

9. De lijn van het heil in Genesis (1e aanvulling)

Studie – Gouden draad: 9. De lijn van het heil in Genesis (1e aanvulling)

9. De lijn van het heil in Genesis (als eerste aanvulling) Inleiding 1We zijn nu eigenlijk aan het eind gekomen van onze studie met betrekking tot de hoofdlijn van de Bijbel, die alles met de weg van de heilsgeschiedenis te maken heeft: die met betrekking tot het OT dus de voorbereidende weg tot Jezus Christus’ daadwerkelijke verlossingswerk is en met betrekking tot het NT de uitwerking ervan naar de voltooiing. 2We willen het heilshistorisch karakter van het OT voor wat betreft het Bijbelboek Genesis *) nog wat uitwerken. Hier zien we al belangrijke contouren zichtbaar worden. I 1Genesis is het eerste boek van de Bijbel en tegelijk het eerste van de vijf boeken van Mozes. Deze eerste vijf Bijbel-boeken worden wel de ‘Pentateuch’ (Grieks) genoemd: het vijfdelige (het woordje ‘biblos’, boek, moet er bij gedacht worden). In dit kader denken we ook aan het woord ‘Thora’ (Hebreeuws) wat je in het OT tegenkomt: wet, of beter: onderwijs. De Thora ziet in eerste instantie op de Pentateuch, of ook wel eens toegespitst op een gedeelte ervan, vergelijk . En voor de duidelijkheid: het gaat daarbij niet slechts om regelgeving, maar om Gods instructie, Gods openbaring, van a tot z. Ja, Gods instructie, Gods Thora, begint met de eerste vijf boeken van Mozes, maar is uitgedijd tot wat we nu kennen als ‘de ganse (hele) Heilige Schrift bevattende al de Kanonieke Boeken van het Oude en Nieuwe Testament’ (zie voorin in de Statenbijbel). Als bijvoorbeeld in sprake is van Gods ‘wet’, Gods Thora dus, dan gaat het niet alleen om de eerste vijf boeken van de Bijbel, maar om heel Gods openbaring van het eerste boek tot en met het laatste. 2Terug naar het eerste boek van de Thora. Zoals de naam ‘Genesis’ (passende titel van het boek gegeven in de Griekse vertaling van het OT, de Septuaginta) aangeeft, gaat het eerste boek van Mozes, Genesis, over de wording, namelijk van de wereld. Het Bijbelboek vertelt ons over God als Schepper van al het bestaande, in het bijzonder van de mens. Over de schepping van de mens dan lezen we in Genesis 1: : ‘Laten Wij mensen maken’: God is niet alleen Eén, ook Dríé. De drie-enige God schept. ‘Naar Ons beeld’: God schept mensen naar Zijn beeld in plaats van ‘naar hun soort/aard’, vs 21vv.. Dat wil zeggen: de mens is niet een bepaalde planten- of dier-soort ofzo, maar een apart schepsel dat op God lijkt! N.B.: hij is niet God, maar is schepsel. Maar hij lijkt wel op God (vergelijk hij is niet God, maar is schepsel. Maar hij lijkt...