Meditatie – Gebed en vasten – I

Meditatie – Novi Sad – Servië, 2 mei 2020

Gebed en vasten – I

“(…) Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden (…), 2 Kronieken 15, vers 2.

N.a.v. de corona-pandemie, las ik in onze krant (Ref. Dagblad e-paper) over gebed en vasten.

Namelijk dat een eeuw of drie, vier geleden, in tijden van oorlog, uitbraak van erge ziekte, vervolging, rampen er daarvoor speciale dagen werden georganiseerd: bid- en vasten dagen. In de Reformatietijd geïnitieerd door de kerken. In later tijd in samenwerking met de overheid die nationale bededagen uitschreef (zie Dordtse Kerkorde). We rollen dan ondertussen de Gouden (17e) eeuw binnen.

Wow, zie je het voor je: nationale gebedsdagen, georganiseerd door de overheid?

De eersten werden uitgeschreven door prins Willem van Oranje als stadhouder van Holland en Zeeland. Later gebeurde dat door de Staten van de afzonderlijke gewesten en de Staten-Generaal. Wat wist men zich afhankelijk van de genade van God! En ja, in sommige steden kende men in de 17e eeuw ook dankdagen. Immers bidden is één, maar daar hoort ook bij: Hem danken voor de geschonken verlossing.

In kerkdiensten wezen predikanten de mensen erop of er wel een volk is dat God meer verschuldigd is dan het Nederlandse volk. Aan Wie zijn al onze zegeningen te danken? En dat ondanks onze diepe zondeschuld. Zouden we Hem dan niet zoeken in het uur van gevaar, van nood en van sterven? Als we denken aan onze dijken: Hij is de ware Dijk Die het water keert. En Hij is de Engel Die pest en honger doet vlieden. Wie zou Hem dan niet danken?

Trouwens, zo’n biddag was tegelijk (en dat niet in het laatst!) een dag van boete doen en verootmoediging:

  • Buigen voor God en (weer) luisteren naar Zijn Woord.
  • Onderkennen en erkennen dat we persoonlijk en als volk tegen Hem en Zijn geboden gezondigd hebben – hetzij letterlijk of in ons hart – waardoor we bij God diep in het krijt staan en waardoor ons persoonlijk leven en ons volksleven ontwricht wordt.
  • En bidden met het gebed van de Heere Jezus: vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.

Wat raken we verwonderd over die tijd!

We kunnen het ons nauwelijks meer voorstellen dat kerk en overheid zich zo naar God keerden, zoals we in 2 Kron. 15 lezen waar koning Asa met het volk van Juda en Benjamin te kennen wordt gegeven, vers 2: “De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden”. Een zoeken in combinatie met het luisteren naar Gods Woord, vers 3 en 4 (we lezen over Gods wet: dat is Gods instructie, Zijn Woord dus).
In onze samenleving wordt met God, lijkt het, steeds minder rekening gehouden; en de Naam van onze God en onze Heiland wordt door de overheid nauwelijks meer genoemd… Ja, in alle eerlijkheid is 2 Kron. 15 dan ook een spiegel voor ons – weliswaar in Oudtestamentisch kleed, maar toch! – van wat daar vroeg of laat het gevolg van zal zijn…

Maar laten we het wat meer persoonlijk maken, naar de overheid wijzen kan altijd nog.

Hoeveel houden wijzelf en de gemeente waar we bij horen, nu echt rekening met God (Jahwe, de HEERE), de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, de drie-enige God en hoe vaak getuigen we van Hem? De God waarvan Psalm 93 zegt dat Hij regeert en dat (daarom) de wereld vaststaat. Dat de rivieren inderdaad hun stem verheffen, vs 3, maar dat De HEERE in de hoogte machtiger is dan het bruisen van machtige wateren. In Zijn regering, ook nu we meer en meer het einde van de tijden naderen, wil Hij onze gebeden nog steeds een plaats geven.
Ik moest even denken aan het Bijbelboek Openbaring, ook daar zien we het belang van de gebeden van de heiligen (= gelovigen, door de Heere afgezonderd voor Hem!), Openbaring 5:8 en 8:3.
En in Jakobus 5:16 lezen we dat een krachtig (ernstig en serieus) gebed van de rechtvaardige veel tot stand brengt! (een rechtvaardige: een gelovige, door het geloof gerechtvaardigd en ertoe gebracht met en voor God te leven.)
De vruchtbaarheid van ons gebedsleven hangt natuurlijk erg af van ons vertrouwen in en ons leven met/voor de regerende God Die hoort. De God Die ons eerst in Zijn genade onze zondeschuld wil vergeven als we biddend ons aan Hem en Zijn Zoon overgeven. Wat een God Die Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, Romeinen 8:32a! En die ons met Hem ook alle dingen wil geven, vs 32b, alle dingen die we naar lichaam en ziel nodig hebben en die voor Gods Koninkrijk van belang zijn! Ja op het gebed. En bij ons gebed kan ook vasten een functie hebben. Deo volente daarover volgende keer nog wat meer.
 

Ondertussen hoef je voor gebed (en vasten) niet te wachten tot koning Willem Alexander, of zo je wilt premier Rutte, je daartoe oproept. Laten we luisteren naar de Heilige Geest, hoe Die ons in de Bijbel er over leert.

“Heere, werk in ons het willen en werken dat we ons weer tot U mogen keren en ons door Uw Woord laten voeden en onderwijzen. En laat U Zich dan door ons vinden naar Uw belofte in 2Kron. 15! Tot eer van Uw Naam en tot heil van onze naaste!”

 

Uw/je broeder Pier Meindertsma