Meditatie – Gods uitverkiezende liefde

Gods uitverkiezende liefde

Meditatie – Novi Sad (Servië), 18 maart 2021

‘ (…) Hij heeft ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren (…) tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade,’ Efeze 1, vers 3-7 Herziene Statenvertaling.

Ja, dat kan zomaar gebeuren, namelijk dat je gevraagd wordt hoe het nu zit met Gods liefde in het uitkiezen van mensen…

Mijn vrouw en ik hebben het grote voorrecht dat we naast ons werken in gemeente-­/groeps-verband, ook mogen werken, of juist ook, in persoonlijk verband in de coaching van christenwerkers (we staan er wel eens versteld van wie God wel niet op onze weg brengt). Maar ook in echtparen-verband. Zo hebben we regelmatig contact met een echtpaar die we Milan en Jelena zullen noemen. Ze hebben drie kinderen van lagere school leeftijd.

Goed, Joke en ik hebben het voorrecht wat met hen op te trekken. In ons contact behandelen we allerlei zaken, proberen die te verbinden met wat de Heere erover zegt in de Bijbel, praten er over door, en brengen het in gebed. Ze komen steeds meer ‘los’ en we krijgen een bijzondere band. Ze denken ook zelf mee en komen met dingen die hen bezighouden.

In een ontmoeting werd ik verrast door onze zuster. Ze had een vraag. Oké, waarover? Over Gods (uit-)verkiezing. Op de Bijbelschool (waar ze samen op hebben gezeten) was er over gesproken. Broeder Milan had er wel een idee over dat de gelovigen door God uitgekozen waren. Maar onze zuster Jelena pakte ermee om, vooral met betrekking tot hun eigen kinderen: waren die nu uitgekozen of niet?

Zo komen belangrijke dingen ‘als vanzelf’ ter sprake. In dit geval zo belangrijk dat we het direct maar besproken hebben. En wel met behulp van Efeze hoofdstuk 1. In vers 1 lezen we dat deze brief uit de Bijbel geschreven is aan gelovigen, namelijk aan gelovigen in Efeze en via hen aan gelovigen hier en nu. In vers 4 zien we dan tot onze verrassing dat als we op dit moment gelovig zijn, God ons al vóór Zijn scheppingswerk op het oog had en in Zijn Zoon heeft uitgekozen (uitverkoren). Reden voor de apostel Paulus, die deze brief schrijft, de Heere te loven voor dit onvoorstelbaar genade-voorrecht!

En wees eens eerlijk, als God ons niet had uitgekozen, niet levend gemaakt en niet door het geloof in verbinding met Zijn Zoon gebracht had, dan waren we nergens, ja dood door overtredingen en zonden waarin we van nature leven (lees Efeze 2 maar).

Dus de apostel is enthousiast-verwonderd over Gods soevereine welbehagen, Efeze 1:5! Daarin ligt ook onze zekerheid dat we de finish van onze christenreis op deze (oude) aarde zullen halen, omdat God het werk dat Hij in ons begonnen is zal afmaken tot de dag (van de terugkomst) van Zijn Zoon Jezus Christus, Filippenzen 1:6.

Maar nog even, stel dat jij die deze regels leest, nog zoekende bent. Je denkt na over je leven, over zonden, over de Heere Jezus en het kruis. Maar je hebt nog geen echte band met Hem en God. Dan is het voor jou nog niet de tijd over dingen als uitverkiezing na te denken, dan moet je, om zo te zeggen, nog even geduld hebben. Want wat heb je eraan alles over uitverkiezing te weten, maar niet behouden te zijn? Voor jou geldt allereerst de boodschap van de Heere Jezus in Johannes 6:37: “wie tot Mij komt zal Ik beslist niet uitwerpen”.

Dus mijn vraag is:

ben je tot de Heere Jezus gekomen in gebed, om je zonden te belijden en om je aan Hem toe te vertrouwen als je (geestelijke) Redder en Heere? Maar als je inderdaad tot onze Heiland gekomen bent, was dat dan omdat jij zo goed kunt kiezen? Of is het genade van God Die jou op het oog heeft en in je werkt? Dan geldt wat de Heere Jezus in Johannes 6:37 zegt: “Alles wat de Vader mij geeft, zal tot Mij komen!” En dan geldt ook dat God (laat dat eens in je doorwerken!) je in Zijn welbehagen vóór de schepping van de wereld al op het oog had en je uitgekozen heeft in Zijn Zoon Jezus Christus, Efeze 1:4. Dat is dat God je toen al in verband met onze Heiland heeft gebracht! En in Christus ook in verband met de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, Efeze 1:7.

Maar eh, hoe zit het nu met de kinderen van onze broeder Milan en zuster Jelena?

Daar zat ze mee in haar maag. Ik vroeg of ze ook voor haar kinderen bad, of God ook hen trekt. Ja? Jazeker! Nou dan heb je hier tegelijk het antwoord op je vraag over Gods uitverkiezing en je kinderen. Zo werkt Gods uitverkiezen: God legt je kinderen (en naasten) op je hart om voor hen te bidden, allereerst om hun behoud (want al zouden ze de hele wereld winnen, maar schade lijden aan hun ziel…). Dit valt onder het eerst zoeken van Gods Koninkrijk (Mattheüs 6:33).

Komen ze dan ‘vanzelf’? Nee, wat worstelen ouders, inclusief mijn vrouw en ik zelf, vaak om het behoud van hun kinderen. Maar Psalm 123 wijst de weg: Biddend verwachten totdat Hij ons genadig is!

‘Heere, trek ons en onze kinderen. Dank voor Uw uitverkiezende genade!’

Uw Pier Meindertsma