‘Zij heeft een goed werk aan Mij verricht.’

Meditatie – Pasen en Maria / discipelen / Judas

Meditatie, Novi Sad (Servië), 19 maart 2024 ‘Maar Jezus (…), zei tegen hen: Waarom valt u deze vrouw lastig? Want zij heeft een goed werk aan Mij verricht (…). Want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis,’ Mattheüs 26:10,12. Voor het ‘rendement’ van de overdenking is het goed om nu eerst te lezen. Vanaf vers 6 in dit hoofdstuk geeft de apostel Mattheüs (Levi) als het ware een flashback. Het speelt zich af zes dagen vóór het Paasfeest (Pascha), zie . Jezus is met discipelen en vrienden in het huis van Simon de melaatse. We zien een triest beeld: leiders van het volk die Jezus met list willen vangen en doden ; discipelen die Jezus’ kernboodschap, Zijn sterven aan het kruis voor de zonden, nauwelijks oppakken en omhelzen (); één discipel die zelfs ten slotte Jezus wil overleveren ()… Maar let op, we verplaatsen ons naar het huis van Simon de (waarschijnlijk door Jezus genezen) melaatse, waar Jezus met discipelen en enkele vrienden is, en zoomen in op een vrouw… …In lezen we dat ze met een albasten fles kostbare zalfolie (nardus-olie, zie en ) naar de Heere Jezus toe komt. Johannes (hoofdstuk 12) noemt haar naam: Maria, zuster van Lazarus en Martha. Mattheüs noemt haar naam niet. Zo valt nadruk op wat ze geeft en doet. Wat dan? Zie het vervolg van vers 7: ‘zij goot die uit op Zijn hoofd terwijl Hij aanlag’. Het gaat om een voorraadfles, spreekt van ‘een pond’ (ongeveer ½ liter) om parfum flesjes bij te vullen! Voor normaal gebruik waren maar een paar druppeltjes per keer nodig. Een hele fles werd alleen gebruikt voor het zalven van doden… Maria neemt de fles, breekt de hals () en giet de hele voorraad over de Heere Jezus uit. Mattheüs noemt het hoofd, Johannes de voeten: bedoeld zal zijn van hoofd tot voeten overgoten. Een doordringende geur vervult het huis… Op actie volgt reactie en die is niet mals. De discipelen zijn verontwaardigd over de verspilling, ‘deze zalf had immers duur verkocht kunnen worden en de opbrengst aan de armen gegeven’, vers 9. Huichelachtig van de discipelen? Voor één wel, zien we zo dadelijk (zie ook ). Voor elf niet. Immers Jezus heeft hen de zorg voor de armen Zelf geleerd… Toch reageert Jezus als volgt: ‘Zij heeft een goed werk aan Mij verricht’. In de Griekse grondtekst krijgt ‘een goed werk’ en ‘Mij’ de nadruk. Geen verkwisting maar een goede daad. Het adres, het doel, van de zalving is Jézus. En een goed werk in Gods...