Studie – Grondtekst Bijbelvertalingen (Punt III)

Van welke grondtekst gaat uw Bijbel uit?

Grondtekst Bijbelvertalingen – maar welke is betrouwbaar?

Punt III:   Kritische tekst – de oudste en beste?

1e. We zagen dat Antiochië een bloeiend, positief christelijk centrum werd in een zich onder Gods zegen wereldwijd uitbreidende kerk. En de Textus receptus of de Traditionele tekst is juist met dit centrum innig verbonden.

Maar hoe zit het dan met de Kritische of Eclectische tekst?

2e. Met betrekking tot dit teksttype noot 16) slaan we de blik op Egypte, toegespitst: Alexandrië. De manuscripten van de Kritische tekst zijn namelijk veelal gelinkt aan dit land c.q. deze Egyptische stad. Daarom ook betiteld als: Alexandrijnse tekst.

Maar nu komt het: In de Bijbel heeft Egypte – in tegenstelling tot Antiochië – al geen goede klank. Maar ook in de kerkgeschiedenis speelt Egypte geen mooie rol voor de wereldwijde kerkelijke ontwikkeling. Er waren verschillende ketters werkzaam zoals de gnostici Valentinus en Basilides. De Bijbelse boodschap van de enig ware God moet concurreren met de ‘hogere’ kennis van de gnostiek. Bremmer en Van Belzen spreken dan niet voor niets over de Alexandrijnse tekst als ‘een tekstfamilie uit het onorthodoxe Egypte’ noot 17).

3e. Dan gaan er wel wat rode lampjes branden ten aanzien van geschriften die daar vandaan komen, niet in het minst ten aanzien van manuscripten van de Bijbel, in het bijzonder het NT waar het nu om gaat, die daar (of ergens onder de Alexandrijnse invloedsfeer) gekopieerd zijn. Geen wonder dat juist deze teksten uit Egypte die in de tweede tot en met de vierde eeuw het licht zagen, met duizenden afwijkingen in de tekst, waarvan vele ingrijpend, later niet meer gekopieerd werden door de gelovigen. Iemand zei als gelijkenis:

‘Net zoals ik er vertrouwen in heb dat een Italiaans restaurant me een goede pizza zal voorzetten, zo zal ik me ook wenden tot de Antiocheense tekst voor het kiezen van het Nieuwe Testament, dat de apostelen schreven en de eerste christenen kopieerden, waarvan ze hielden en die ze lazen, de Textus Receptus dus.’ noot 18).

4e. Maar, hoe verzin je het!, juist de manuscripten uit Egypte komen in de 19e eeuw weer voor het voetlicht.

Wescott-Hort

Geïntroduceerd of geïnitieerd door de tekstuele geleerden of tekst-critici B.F. Westcott (1825–1901) en F.J.A. Hort (1828–1892). En met behulp van deze deze manuscripten zeggen zij een revisie te leveren van de NT-tekst tot wat zij noemen ‘The NT in the Original Greek’.

Met deze pretentieuze publicatie wordt dus de Traditionele tekst of de Textus receptus verdrongen. Inderdaad door de Kritische tekst.

In Wikipedia, the free encyclopedia (bij de woorden Westcott and Hort) lezen we hierover niet onaardig weergegeven:

‘It is a critical text, compiled from some of the oldest New Testament fragments and texts that had been discovered at the time.’
En: ‘The two editors favoured two manuscripts: Vaticanus and Sinaiticus.’

Bij onderling verschil geven zij vooral aan de eerste de voorkeur. Maar beide handschriften worden gerekend tot de Alexandrijnse tekst-familie of -invloedsfeer noot 19).

⮞ Vaticanus

Vaticanus, of wat completer: Codex Vaticanus, is genoemd (raad eens) naar het Vaticaan. In 1841 werd bekend gemaakt dat dit handschrift zich daar bevindt (al vanaf 1475) – ontstaan in de vierde eeuw. Getituleerd als B. Het bevat trouwens ook de apocrieve boeken.

⮞ Sinaïticus

Het andere manuscript: ‘Sinaiticus’, of Codex Sinaïticus, uit dezelfde tijd, ontleent de naam aan de berg Sinaï, waar het in 1844 in een klooster gevonden is. Getituleerd als א (alef). Zie over deze twee manuscripten ook notenmateriaal noot 20).

Van de ruim 5250 handschriften of manuscripten die er zijn, zijn er 265 van dit Alexandrijnse type: 5% dus. Deze handschriften zijn familie van elkaar en wijken sterk af van de Traditionele tekstfamilie die de overweldigende meerderheid van het tekstmateriaal uitmaakt (vandaar ook betiteld met: Meerderheids- of Majority-tekst), maar verschillen ook onderling behoorlijk… noot 21)
Maar die Alexandrijnse handschriften, in elk geval de twee favoriete handschriften van Westcott en Hort, zijn ouder dan de oudste manuscripten van Byzantijns teksttype.

En dan ben je geneigd te zeggen: ouder, dus beter…
Maar is ouder ook beter?

Als we tot nu toe onze studie (of vooral punt II) hebben meegelezen, en het gelezene op ons in hebben laten werken, kunnen we dat alvast niet bevestigend beantwoorden.

5e. Er is evenwel nog wel wat meer over dat ‘ouder – beter’ te zeggen. En dan focussen we opnieuw op Antiochië.

Peshitta codex
⮞ Peshitta

De kerk van Antiochië produceerde namelijk in de tweede helft van de tweede eeuw de Peshitta-vertaling. Nog eens: de tweede eeuw. Het gaat om de Syrische vertaling van de Bijbel. De vertaling van het (hele) OT was waarschijnlijk net iets eerder gereed dan die van het NT noot 22).

En wat, naast het vroege tijdstip van verschijnen, voor ons van belang is: de Peshitta-vertaling van het NT is gebaseerd op de Traditionele tekst. Ter duiding slaat dan Sorenson noot 23) de spijker op zijn kop als hij aangeeft dat dit weliswaar geen handschrift-bewijs (manuscript evidence) is, maar dat het vertalings-bewijs (translational evidence) is – maar niettemin bewijs (evidence nevertheless).

⮞ Vetus Latina

In dezelfde tijd als aan de Peshitta gewerkt werd, werd de Bijbel ook in het Latijn vertaald. Het gaat om de Oude Latijnse vertaling (Vetus Latina; ook wel genoemd: Vetus Itala) noot 24). En ook deze vertaling is een getuige van de Traditionele tekst.

De vertaling krijgt de naam Vulgata (Nl.: Vulgaat) – dit kan duiden op: de algemeen (onder het volk) verbreide (Bijbel) of de (onder het volk) gebruikelijke (Bijbel); maar ook op: de populair gemaakte (Bijbel), dat is de Bijbel in gewoon, hedendaags Latijn noot 25). Het gaat hier dus om de Oude Vulgaat in tegenstelling tot de latere Roomse Vulgaat noot 26).

6e. Nu is het adagium noot 27) van de verdedigers van de Kritische tekst en de ermee verbonden moderne vertalingen, vervolgt Sorenson:

‘that their text and their translations are based on the oldest and best manuscripts, and you hear that over and over again: the oldest and the best.’

Maar we zien nu dat de Peshitta (PMM: en de Oude vulgaat)

‘was translated 200 years before the principle manuscript of the Critical text, the Critical text evidence is not the oldest.’

En omdat het ‘beter’ op het ‘ouder’ lijkt gebaseerd, kunnen we ook dat doorstrepen.

7e. En zo ontdekken we een lijn, een heilige linie van verwantschap (ja, heilige, want het gaat om Gods Woord), de lijn van de Traditionele tekst, die terug gaat of terug te voeren is tot Antiochië en tot de originele, onder Gods ingeven geschreven, NT-geschriften. Een lijn die zich niet alleen terug laat trekken, maar zich evenzeer vooruit laat doortrekken tot de Reformatie-tijd èn tot de tijd van nú.

Op die lijn vinden we ook nog een vertaling als die van Ulfilas (of Wulfilas, 311-382) noot 28). Hij was zendeling onder de Got(h)en, een vroeg-Germaanse bevolking in (midden Europa), apostel der Gothen genoemd. Rond 370 kwam zijn Gothische vertaling (wellicht voorbereid m.b.v. een vertaal-team) klaar – met gebruikmaking van een eigen ontwikkeld letterschrift. Ja, gebaseerd op de Traditionele tekst noot 29).

En dan heb je de Waldenzen noot 29) en noot 30), eenvoudige gelovigen, maar die hun Bijbel kenden, die moeten ook worden genoemd. De Heilige Schrift was voor hen de enige regel voor geloof en leven (toepassing: hoe is dat bij ons?). Ze werden erg vervolgd, maar door Gods genade konden ze zich blijven handhaven tot de tijd van de Reformatie. Ook zij hielden zich bezig met vertaalwerk, en opnieuw: vanuit de Traditionele tekst noot 31).

8e. En zo komen we we inderdaad aan bij de Reformatie-tijd, waarin opnieuw vertaald wordt – de Luther-bijbel, de KJV en onze St.V. noot 32). Precies, vanuit de Traditionele tekst.

En er gebeurt meer: het is de tijd dat de Traditionele tekst, door de eeuwen heen onder Gods providentie door de kerk zorgvuldig geconserveerd en doorgegeven, in gedrukte vorm wordt uitgegeven en op de markt gebracht, aangeduid in het Latijn: Textus receptus, de ontvangen tekst.

Desiderius Erasmus en Theodorus Beza

Bij de gedrukte tekst nemen we in gedachten de humanist Erasmus, maar we zouden nog veel meer moeten denken aan de Godvruchtige Beza.
Erasmus dacht vooral op een humanistische manier over de brontekst van de Bijbel,

‘die hij op dezelfde manier behandelde als andere teksten uit de oudheid. Zelfs Bijbelschrijvers konden volgens Erasmus fouten hebben gemaakt. Voor Beza was de Griekse tekst van het Nieuwe Testament allereerst de Heilige Schrift, die met de grootste eerbied bejegend moet worden. Dat is een beslissend verschil (…). Juist omdat Beza in de lijn van de kerk der eeuwen wilde werken, dacht hij vanuit het concept van een algemeen ”aanvaarde tekst” (textus receptus)’ noot 33).

9e. ⮞ ‘Algemeen’:

dat is: door de Kerk der eeuwen – vanaf het begin.

⮞ En ‘aanvaard’:

dat is: ontvangen, want het is onder Gods providentie en bewaring dat de Traditionele tekst ons door de eeuwen heen is overgeleverd; maar ook aanvaarde tekst, in zoverre wij die door Gods genade mochten aannemen en in ons hart sluiten, Zijn Woord, regel voor geloof en leven.

10e. Aan God alle eer!

Verder lezen